scheikunde reacties blok 13 les 6

lesopdracht
  • oefenen voor de toets
  • demoproef olifantentandpasta
  • voer proef 12 uit
  • laat alles aftekenen 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

lesopdracht
  • oefenen voor de toets
  • demoproef olifantentandpasta
  • voer proef 12 uit
  • laat alles aftekenen 

Slide 1 - Slide

Toetsstof
  • Hoofdstuk 2
  • Hoofdstuk 3, paragraaf 3.4 en 3.5 

Slide 2 - Slide

Welk soort mengsel staat hier afgebeeld?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 3 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij een emulsie?
A
altijd helder, soms gekleurt
B
troebel mengsel van een niet opgeloste stof in een vloeistof
C
troebel mengsel van water en olie

Slide 4 - Quiz

Oplossing
Suspensie
Emulsie
Een mengsel van stoepkrijt in water
Een mengsel van zonnebloemolie en water
Een troebel mengsel
Een mengsel van alcohol en water

Slide 5 - Drag question

Wat is hard water?
A
Water met veel opgeloste kalk deeltjes
B
Water met weinig opgeloste kalk deeltjes
C
ander woord voor gedestilleerd water
D
ander woord voor heel onzuiver water

Slide 6 - Quiz

Wat heeft invloed op de oplosbaarheid van een stof?

Slide 7 - Open question

Welke stof gebruik je om te ontkalken?
A
ammonia
B
allesreiniger
C
demiwater
D
schoonmaakazijn

Slide 8 - Quiz

Welke stof is zuurder?
maagsap met een pH van 2,5 of cola met een pH van 3?

Slide 9 - Open question

Wat gebeurt er als je een zure stof gaat verdunnen?
A
de pH wordt lager
B
de pH blijft gelijk
C
de pH wordt hoger

Slide 10 - Quiz

Wat hoort bij de pH van een zure stof?
A
pH kleiner dan 7
B
pH = 7
C
pH groter dan 7

Slide 11 - Quiz

Maar de reactievergelijking kloppend:
P4 (s) + O2 (g) --> P2O5 (s)

Slide 12 - Open question

citroensap
bleekmiddel
allesreiniger
afwasmiddel
antikal
zure stoffen
basische stoffen

Slide 13 - Drag question

+
---->
Maak de verbrandingsreactie:
+
zuurstof
water
koolstofdioxide
glucose

Slide 14 - Drag question

reactiesnelheid omhoog
reactiesnelheid omlaag
het magnesium lint knippen
de reactie in een ijs bad leggen
een enzym toevoegen
extra water toevoegen aan de concentratie
Zinkpoeder vervangen voor magnesiumpoeder

Slide 15 - Drag question

roet en eventueel koolstofmonoxide
koolstofdioxide en water
volledige verbranding
onvolledige verbranding

Slide 16 - Drag question

Wat is een katalysator?
A
een snelle fiets
B
een stof die een reactie verplaatst
C
een stof die een reactie verneld, maar zelf niet meedoet aan de reactie
D
een stof die een reactie verneld, en die langzaam op gaat meedoet aan de reactie

Slide 17 - Quiz

Wanneer verloopt de reactie sneller?
A
met een hoge concentratie stof
B
met een lage concentratie van en stof

Slide 18 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend:
NaCl (s) --> Na (s) + Cl2 (g)

Slide 19 - Open question

Zoek de reagens en de aan te tonen stof bij elkaar:
wit kopersulfaat
kalkwater
jodium
koolstofdioxide
zetmeel
water

Slide 20 - Drag question

Wat is essentieel voor de verbrandingsreactie?
A
Brandbare Beginstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandingstemperatuur
D
A+B+C

Slide 21 - Quiz

Je ziet daarna vuurverschijnselen, is deze reactie endotherm of exotherm?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 22 - Quiz


Hoe noemen we het vuurverschijnsel dat hiernaast te zien is?
A
vlammen
B
damp
C
vonkjes
D
rook

Slide 23 - Quiz

Bekijk de onderstaande zinnen over blussen. 
Sleep de zinnen naar de voorwaarde in de branddriehoek die je wegneemt.
Gaskraan uitdraaien.
Papierbrand blussen met water
Iemand in een branddeken wikkelen.
Aansteker uitblazen.
Bosbrand doven met zand.

Slide 24 - Drag question

De wet van Lavoisier:
A
massa voor de reactie = massa na de reactie
B
massa voor de reactie is soms groter dan massa na de reactie

Slide 25 - Quiz

Lesopdracht
  • Kijk naar de demoproef over olifantentandpasta
  • Voer proef 12 uit 

Slide 26 - Slide