energieomzettingen en warmte paragraaf 1 en 2

Hoofdstuk 6 : Warmte
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 : Warmte

Slide 1 - Slide

H6 klas 3
energieomzettingen en warmte




de toets is woensdag 1 november

deze week en de week na de vakantie de stof nogmaals doornemen

Slide 2 - Slide

warmtebronnen
We krijgen de warmte van warmtebronnen

Je hebt warmtebronnen die werken op een stekker die je in een stopcontact moet steken. Je hebt ook warmtebronnen die op een brandstof werkt.

Slide 3 - Slide

soorten energie
elektrische energie: elektrisch tijd

bewegingsenergie: energie van bewegende dingen

warmte: warmte is een vorm energie denk ook aan licht

chemische energie: energie uit stoffen

Slide 4 - Slide

energie omzetting
In een elektrische warmtebron zit een draad. Als er stroom door deze draad loopt, wordt de draad warm en gaat hij gloeien.

 De elektrische energie wordt dan omgezet in warmte. 

Je kunt deze energie-omzetting in een schema zetten:

elektrische energie → warmte

De pijl (→) betekent: ‘wordt omgezet in’.

Slide 5 - Slide

brandstoffen

Bij verbranding van een brandstof komt warmte vrij en ontstaan er nieuwe stoffen. Een voorbeeld is de verbranding van hout, waarbij as ontstaat. 
Alle brandstoffen bevatten chemische energie. 

Bij verbranding wordt de chemische energie omgezet in warmte. 

Je kunt deze energie-omzetting in een schema zetten:

 

chemische energie → warmte

Slide 6 - Slide

1: In de stoomketel worden fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardgas of aardolie verbrand. Met de warmte die hierbij vrijkomt, wordt het water in de buizen verwarmd. Door de warmte verandert het water in stoom.

Slide 7 - Slide

2: De gassen die bij de verbranding vrijkomen, ontsnappen door de schoorsteen.

Slide 8 - Slide

3: De stoom blaast met kracht tegen de schoepen van een turbine, die daardoor gaat draaien. De turbine is verbonden met een generator, een grote dynamo.

Slide 9 - Slide

4: De generator gaat hierdoor ook draaien. De draaiende generator wekt elektrische energie op.

Slide 10 - Slide

5: De opgewekte elektriciteit gaat naar hoogspanningskabels, waarna de elektriciteit verdeeld wordt voor woningen en bedrijven.

Slide 11 - Slide

6: De stoom koelt na de turbine af en wordt weer water. Het afgekoelde water wordt terug naar de stoomketel gepompt.

Slide 12 - Slide

7:  De koeltoren helpt mee het water af te koelen.

Slide 13 - Slide

windturbine

Slide 14 - Slide

zonne-panelen
De zon straalt warmte en licht naar de aarde.  

Warmte en licht zijn soorten energie.

 De energie van de zon wordt bijvoorbeeld gebruikt in zonnepanelen.

Slide 15 - Slide

waterkrachtcentrale
Stromend water heeft bewegingsenergie. In een waterkrachtcentrale wordt bewegingsenergie van water omgezet in elektrische energie.
Het water stroomt door een tunnel in de dam naar beneden. In de tunnel zit een turbine. Door het stromende water gaat de turbine draaien.
De turbine drijft een generator aan. De generator zet de bewegingsenergie van het water om in elektrische energie.

Slide 16 - Slide

huiswerk
 

Hoofdstuk 6 
opgaven paragraaf 1 en 2 


Slide 17 - Slide