schizofrenie en psychotische stoornissen

Schizofrenie en psychotische stoornissen


1 / 17
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schizofrenie en psychotische stoornissen


Slide 1 - Slide

Lesdoelen


- De student kan beschrijven wat een psychose is.

- De student kan uitleggen wat schizofrenie is.

- De student kent en herkent het verschil tussen positieve & negatieve symptomen.



Slide 2 - Slide

Leroy durft zijn kamer niet meer op te gaan. Hij verteld dat er demonen ronddwalen die in hem willen kruipen en hem willen bezitten. Hij vertelt dat ze boos naar hem kijken, om hem heen dansen en wachten op een geschikt moment om toe te slaan.
A
Leroy heeft last van wanen
B
Leroy heeft last van hallucinaties
C
Leroy heeft teveel televisie gekeken
D
Leroy heeft last van mutisme.

Slide 3 - Quiz

Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft mutisme
D
Joep heeft last van afasie

Slide 4 - Quiz

Wat is een psychose?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Psychose
Een toestandsbeeld met stoornissen in het denken (zintuiglijk) waarnemen en handelen, waardoor het contact met de omringende werkelijkheid (ten dele) verloren gaat.

Gaat gepaard met wanen en/of hallucinaties en komt bij meerdere stoornissen voor b.v. depressie, bipolaire stoornis of bij drugs/medicatie gebruik

Slide 7 - Slide

Wat is schizofrenie?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Schizofrenie

- Complex ziektebeeld (heterogeen syndroom)

- Ziekte van de hersenen: neurotransmitters: serotonine en dopamine

- Denken, gevoelsleven en gedrag ernstig verstoord 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Factoren schizofrenie (oorzaak)
  • Biologische factoren: erfelijkheid, verstoorde ontwikkeling hersenen, te veel dopamine                                                                  receptoren
  • Sociale factoren: Vaker zichtbaar in lagere sociale klassen, migranten
  • Psychologische factoren: verstoorde psychologische ontwikkeling (trauma), ontwikkelen                                                                       coping mechanisme

Bovenstaande factoren i.c.m. een ingrijpende levensgebeurtenis kan een trigger zijn bij het ontstaan van bv schizofrenie of een psychose

Slide 12 - Slide

Behandeling
Medicatie; antipsychotica (blz 147) werken blokkerend op dopamine en serotonine                          receptoren

Rehabilitatie - Klantgericht werken : https://www.participatieenherstel.nl/rehabilitatie
Revalidatieprogramma's

Slide 13 - Slide

Verpleegkundige aspecten
  • Houding en bejegening: contact maken/houden (actieve rol vp) intensiteit door zv bepalen
                                                           zorg voor laag EE klimaat, samenwerken in de doelen
  • Herstel ondersteunende zorg: behandelen zonder vooroordeel met vertrouwen in het                                                                                  behalen van de samen gemaakte doelen.
  • Dagbesteding: aandacht voor een zinvolle dagbesteding, op maat 
  • Communicatie: Heb begrip voor de situatie maar ga er niet teveel in mee, niet in discussie                                           gaan, stel vragen ter verduidelijking
  • Medicatie: medicatie trouw is belangrijk let hier dus op
  • Risico gedrag: Observeer onopvallend, weet wat de triggers zijn en probeer die te vermijden
  • Sociaal netwerk: zicht op sociale  netwerk, stimuleer goede contacten, contactpersoon

Slide 14 - Slide

Bas komt met grote, opengesperde ogen naar je toe lopen en zegt: ‘Jullie praten via de krant over mij, toch? Jullie hebben me vannacht ook ingestraald, dat heb ik gevoeld.’ Hij kijkt je wantrouwend aan.
A
Bas ervaart positieve symptomen
B
Bas ervaart negatieve symptomen
C
Bas ervaart een verminderd bewustzijn
D
Bas ervaart tremoren

Slide 15 - Quiz

Je bent een potje aan het schaken met Adriaan, een man van 57 jaar. Hij was ooit nationaal kampioen bij de junioren in het schaken. Na tien minuten schudt hij zijn hoofd en wil weg. Na tien minuten is hij nog niet terug. Als je hem zoekt, ligt hij op bed met zijn ogen dicht. Hij is moe, zegt hij.
A
Adriaan heeft last van negatieve symptomen
B
Adriaan heeft last van positieve symptomen

Slide 16 - Quiz

Roy heeft zijn televisie kapot gegooid. ‘Ik moest dit wel doen, anders vindt de aliens mij’, aldus Roy. Hij geeft aan dat ze hem via zijn televisie op kunnen sporen en hij wil niet dat ze hem vinden.

A
Roy heeft een waan
B
Roy heeft een hallucinatie

Slide 17 - Quiz