herhaling transport havo 5

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

herhaling Thema Transport

TRANSPORT 5H

houtvaten zijn voor

1. anorganische transport
2. organische transport
3. beiden
4. geen van beiden

Noem een belangrijk verschil tussen actief en passief transport?

Transport in planten

Tussen wortels en bladeren vindt transport door vaten plaats.

Er zijn twee typen vaten: houtvaten en bastvaten, die bij elkaar in een vaatbundel liggen.

Houtvaten: voor anorganische transport, dus water en mineralen uit bodem (transport omhoog)

Bastvaten: voor organische transport, dus producten uit fotosynthese naar andere dele vervoeren (transport 2 kanten)

15
Voor welk proces in de wortels worden deze koolhydraten als energiebron gebruikt

1. voor het transport van koolstofdioxide
2. voor het transport van mineralen
3. voor het transport van zuurstof

Bloedsomloop

Bij eencellige organismen en dieren geen bloedsomloop maar transport van stoffen dmv diffusie.

Bij grotere afstanden in grotere dieren is transport door alleen diffusie niet toereikend. 

Dus een speciaal transportmechanisme nodig; de bloedsomloop.

De bloedsomloop zorgt voor het transport van .......

1. Zuurstof, koolstofdioxide en warmte
2. Zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen
3. Zuurstof, koolstofdioxide en hormonen
4. Zuurstof en witte bloedcellen

Bloedstolling

Bloed zorgt voor snel transport.

Bij verwondingen kan je bloed verliezen.

1e reactie: samentrekken spieren!

2e reactie: bloedstolling

Is bloedverlies erg?

Bloedingen snel stoppen?

Functies bloed

- afleveren stoffen:

   > zuurstof, voedingsstoffen

- afvoeren stoffen:

   > CO2, melkzuur

- warmte verdelen

- ziektes bestrijden (antistoffen)

Via bloed ook communicatie (hormonen) en ander transport.

Wat is de kleine bloedsomloop?

1. hart - alle organen - hart
2. hart - hersenen- hart
3. hart - longen - hart

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?

1. Hart-tussenvlies
2. Hart-tussenspier
3. Hart-wand
4. Hart-tussenwand

3 soorten bloedvaten

bloedvaten en lymfevat

Bloedplasma,

weefselvloeistof,

lymfe

Bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe

Wat is de functie van een lymfeknoop?

1. Lymfe verzamelen
2. Lymfe zuiveren
3. Lymfe afbreken
4. Lymfe opnemen

Lymfe en weefselvloeistof

Wat bevindt zich op plaats P?

1. bloed
2. lymfe
3. weefselvloeistof

In het bloed dat uit de dunne darm stroomt, bevinden zich na de maaltijd veel stoffen. Zo ook in de lymfe. Wat zit er vooral in het bloed? En wat vooral in de lymfe?

1. Bloed: aminozuren en vetzuren Lymfe: Glucose
2. Bloed: aminozuren en glucose Lymfe: vetten
3. Bloed: glucose en vetzuren Lymfe: aminozuren
4. Bloed: vetten en eiwitten Lymfe: glucose

Lymfe

• Een deel van het weefselvloeistof wordt heropgenomen in het bloed
• De rest gaat naar lymfevaten
• Deze vervoeren lymfe uiteindelijk naar de holle ader

Oefenvraag

Verteerde vetten worden met de lymfe vanuit de dunne darm afgevoerd.

Bevat lymfe rode bloedcellen? En bevat lymfe witte bloedcellen?

A alleen rode bloedcellen

B alleen witte bloedcellen

C rode en witte bloedcellen 

Afbraak rode bloedcellen

Ontstaan bloedcellen

Er zijn 3 soorten 'bloedcellen':

- rode bloedcellen

- witte bloedcellen

- bloedplaatjes

witte bloedcellen

antistoffen

Bloedplasma

Bloedplasma

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedplaatjes

Rode bloedcellen