3A2: H1-1.1

Welkom!

     ga rustig zitten
     leg je spullen op tafel
     3 minuten en dan starten we
timer
3:00
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

     ga rustig zitten
     leg je spullen op tafel
     3 minuten en dan starten we
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Programma

  • aanwezigheidscontrole
  • 1.1 lineaire vergelijkingen
  • welke opgaven moet je maken?
  • opgaven maken
  • afsluiting  

Slide 2 - Slide

Aanwezigheidscontrole
Schrijf intussen de classroom code op: aoptmec
Dinsdag voor 8.30 uur moet je opgaven hebben ingeleverd

Slide 3 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Deze les leer je:
  • een sneller trucje dan de balansmethode
  • hoe je vergelijkingen met breuken en haakjes moet oplossen

Slide 4 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Het snellere trucje dan de balansmethode:
5x6=3x+8

Slide 5 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Het snellere trucje dan de balansmethode:
5x6=3x+8
Haal je een term (getal of x) naar de andere kant van het = teken 
dan verandert + in - en omgekeerd

Slide 6 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Het snellere trucje dan de balansmethode:
5x6=3x+8
5x3x=8+6
Haal je een term (getal of x) naar de andere kant van het = teken 
dan verandert + in - en omgekeerd

Slide 7 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Het snellere trucje dan de balansmethode:
5x6=3x+8
5x3x=8+6
Haal je een term (getal of x) naar de andere kant van het = teken 
dan verandert + in - en omgekeerd
2x=14

Slide 8 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Het snellere trucje dan de balansmethode:
5x6=3x+8
5x3x=8+6
Haal je een term (getal of x) naar de andere kant van het = teken 
dan verandert + in - en omgekeerd
2x=14
x=7

Slide 9 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Oefen de snelle methode zelf met opgave 4a.
Klaar? 
  • Bedenk hoe je kan controleren of je het goed hebt  
  • doe dit vervolgens.

Slide 10 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Oefen de snelle methode zelf met opgave 4a.
2x5=5x8
Klaar? 
  • Bedenk hoe je kan controleren of je het goed hebt  
  • doe dit vervolgens.

Slide 11 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Oefen de snelle methode zelf met opgave 4a.
2x5=5x8
3x=3
Klaar? 
  • Bedenk hoe je kan controleren of je het goed hebt  
  • doe dit vervolgens.

Slide 12 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Oefen de snelle methode zelf met opgave 4a.
2x5=5x8
3x=3
x=1
Klaar? 
  • Bedenk hoe je kan controleren of je het goed hebt  
  • doe dit vervolgens.

Slide 13 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Wat is je eerste stap?

Slide 14 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Ga op zoek naar de kleinste gemeenschappelijke veelvoud van de noemers

Slide 15 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
De noemers zijn 4, 2 en 3
  • 4 → 4, 8, 12, 16, 20, 24 enz
  • 2 → 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 enz
  • 3 → 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 enz
Ga op zoek naar de kleinste gemeenschappelijke veelvoud van de noemers

Slide 16 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
De noemers zijn 4, 2 en 3
  • 4 → 4, 8, 12, 16, 20, 24 enz
  • 2 → 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 enz
  • 3 → 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 enz
Ga op zoek naar de kleinste gemeenschappelijke veelvoud van de noemers
9.15 uur

Slide 17 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
De noemers zijn 4, 2 en 3
  • 4 → 4, 8, 12, 16, 20, 24 enz
  • 2 → 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 enz
  • 3 → 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 enz
Ga op zoek naar de kleinste gemeenschappelijke veelvoud van de noemers
Vaak is het de noemers (of een paar hiervan) vermenigvuldigen: 4 x 3 = 12

Slide 18 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Je gaat nu ALLES met 12 vermenigvuldigen
9.15 uur

Slide 19 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Je gaat nu ALLES met 12 vermenigvuldigen
12
12
12
12
9.15 uur

Slide 20 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Je gaat nu ALLES met 12 vermenigvuldigen
12
12
12
12
1243=11243=436=9
9.15 uur

Slide 21 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Je gaat nu ALLES met 12 vermenigvuldigen
9x54=8x36
12
12
12
12
9.15 uur

Slide 22 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met breuken
43x421=32x3
Je gaat nu ALLES met 12 vermenigvuldigen
9x54=8x36
x=18
12
12
12
12
9.15 uur

Slide 23 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Wat doe je eerst bij haakjes én breuken?

43(x6)=32x3
9.15 uur

Slide 24 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Wat doe je eerst bij haakjes én breuken?
Dan eerst de haakjes!
43(x6)=32x3
9.15 uur

Slide 25 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met haakjes en breuken?
Dan eerst de haakjes!
43x421=32x3
43(x6)=32x3
9.15 uur

Slide 26 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
vergelijkingen met haakjes en breuken?
Dan eerst de haakjes!
43x421=32x3
9x54=8x36
x=18
12
12
12
12
43(x6)=32x3
9.15 uur

Slide 27 - Slide

 1.1 Lineaire vergelijkingen
Een goede opgave om dit te oefenen is opgave 6.
9.15 uur

Slide 28 - Slide

Welke opgaven maken?
9.15 uur
Dalton studiewijzer:
"a. De leerling legt verantwoording af over zijn planning en zijn werk aan de docent.
b. De toetsdatum wordt door de docent verteld, leerlingen maken zelf (of in het groepje) een planning van les tot les. De docent houdt bij waar leerlingen zijn en controleert het huiswerk aan het einde van de week."    

Slide 29 - Slide

Welke opgaven maken?
9.15 uur
H1                            week 36 (af)
SO 1.4+1.5               week 37
H3                           week 40 (af)
stencil 1 t/m 4      week 40
PW H1+H3            week 43/44
Dalton studiewijzer

Slide 30 - Slide

Welke opgaven maken?
9.15 uur
Welke opgaven moet je nu kiezen? De opgaven met:
  • A (afsluitende opgave)
  • T (testopgaven)
  • * (sterretje) (denkopgaven)
  • + (plusopgaven)
  • extra opgaven (als er na een blok geen A,T,* of + zijn of als de T niet goed ging)                     
  • niet O-opgaven = te makkelijk of verwarrend           

Slide 31 - Slide

Welke opgaven maken?
9.15 uur
Welke opgaven moet je nu kiezen?
  • altijd de afsluitende opgaven waar een A voor staat.                §1.1 → 9
  • altijd de testopgaven met een T.                                                      §1.1 → 6
  • altijd de denkopgaven met een sterretje.                                      §1.1 → 10
  • wil je meer dan een 6? dan de plusopgaven met +                   §1.1 →11, 12
  • lukte de T-opgave niet (bijv. T6) dan nog extra opgaven         §1.1 → 7,8
  • ook opgaven na een blok als er geen A,T,* of + zijn                       §1.1 → (2,3) 4
  • ik kies nooit O-opgaven, deze zijn vaak verwarrend           

Slide 32 - Slide

opgaven maken
9.15 uur
H1                        week 36 (af)
SO 1.4+1.5           week 37
H3                       week 40 (af)
stencil 1 t/m 4   week 40
PW H1+H3         week 43/44 

Slide 33 - Slide

 Afsluiting
Wat heb je deze les geleerd/herhaald?
  • sneller trucje dan de balansmethode 
  • lineaire vergelijkingen met haakjes en breuken oplossen

  • Volgende les:  grafieken tekenen, formules opstellen en evenwijdige lijnen opstellen (§1.2)

  • Jullie mogen nu inpakken


9.20 uur

Slide 34 - Slide