Je kunt verschillende relaties die verschillende organismen met elkaar hebben herkennen en voorspellen welke invloed de relatie kan hebben op een individu/populatie
23.3
Slide 2 - Slide
Soorten relaties
intraspeciefieke relaties
- concurrentie, ziekteverspreiding
+ voortplanting, veiligheid
interspecifieke relaties
- concurrentie
-/+ voedselrelaties
-/+ symbiotische relaties
Slide 3 - Slide
INTRAspecifieke concurrentie
INTERspecifieke concurrentie
Slide 4 - Slide
Concurrentie
als twee (groepen) individuen dezelfde beperkende hulpbronnen gebruiken.
Wanneer de niches overlappen
Slide 5 - Slide
gevolgen competitie
Slide 6 - Slide
Soorten relaties
intraspeciefieke relaties
- concurrentie, ziekteverspreiding
+ voortplanting, veiligheid
interspecifieke relaties
- concurrentie
-/+ voedselrelaties
-/+ symbiotische relaties
Slide 7 - Slide
DOEL
Je kunt voedselrelaties juist weergeven in een voedselweb of voedselketen en aan de hand van een voedselketen of voedelweb voorspellen wat het effect is van verstoringen (jacht, gebruik van insecticiden, maaien etc)
Je kunt de verschillende termen voor trofische (=voedsel) relaties herkennen en gebruiken
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Voedselketen
Slide 10 - Slide
Symbiose
langdurige samenlevingsrelatie tussen twee soorten
Mutualisme +/+
Commensalisme +/0
Parasitisme +/-
Slide 11 - Slide
mutualisme
Beide soorten hebben voordeel bij de relatie.
Slide 12 - Slide
Commensalisme
Eén van de twee heeft voordeel, de ander geen voordeel en geen nadeel
Koereiger
Epifyt
Slide 13 - Slide
parasitisme
Een soort heeft voordeel, de ander nadeel.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Huiswerk
Maken toetsvragen bij 23.3
Moeilijk? Oefenvragen maken, en in KWT de toetsvragen