Mondeling prep: word order

Today
  1. StudyGo
  2. Rewind: gerund
  3. Homework check
  4. Grammar: herhaling word order
  5.  (home) work
  6.  Looking back
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
  1. StudyGo
  2. Rewind: gerund
  3. Homework check
  4. Grammar: herhaling word order
  5.  (home) work
  6.  Looking back

Slide 1 - Slide




  1. Je kunt een gerund in een Engelse zin herkennen en uitleggen waarom het een gerund is. 
  2. Je weet wat een gerund is en kunt dit op de juiste manier toepassen in een Engelse zin. 

Slide 2 - Slide

timer
5:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Gerund
  1. Wat is een gerund?
  2. Hoe kun je achterhalen of er een gerund in de zin staat?




Eigen denktijd            random beurten
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Wat is een lijdend voorwerp en hoe vind ik dat?
Het lijdend voorwerp is hetgene waar iets mee gebeurt in de zin. Je kunt het vinden met deze stappen:
1. Zoek het werkwoord (de actie in de zin).
2. Vraag: "Wie of wat + werkwoord + onderwerp?"
👉 Voorbeeld 1:
"I  am eating an apple."
- Werkwoord(en):  am eating
- Onderwerp: I (Wie eet? I.)
- Wat eet ik? An apple. → Lijdend voorwerp
👉 Voorbeeld 2:
"The boy buys a new bike."
- Werkwoord: buys
- Onderwerp: The boy (Wie koopt? The boy.)
- Wat koopt de jongen? A new bike. → Lijdend voorwerp






Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Yourself!
Zoek in de zinnen hiernaast het lijdend voorwerp. Schrijf ook op hoe je aan je antwoord komt. 

Noteer de antwoorden in je schrift. 
  1. She reads a book.
  2. They watch a movie.
  3. We play football.
  4. Tom eats a sandwich.
  5. Lisa buys a dress.
  6. The cat suddenly catches a small mouse in the garden.
  7. I drink a cold glass of water after running.
  8. You carefully write a long letter to your grandma.
  9. After a long day, James carefully prepares a delicious meal for his family.
  10. During the summer holidays, Emma and her brother always build impressive sandcastles on the beach.
timer
7:00
Check together: Random beurten

Slide 8 - Slide

2. Homework check

Homework was:
  • Exc. 19 (p.125, Book A)
  • Unit 5, lesson 2: practise more online
    (words, grammar and phrases.
    De 'pron' opdrachten hoef je niet te maken). 
Please, open p.125
Check together:
exc. 19 & grammar 5

Slide 9 - Slide

Please, take out your notebook. 
word order

Slide 10 - Slide

Zometeen komen er een aantal zinnen in beeld.
By show of hands.. is it A or B?

Slide 11 - Slide

Waarover vertelt 'at home' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer).

Slide 12 - Quiz

Waarover vertelt 'at school' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer)

Slide 13 - Quiz

Waarover vertelt 'tomorrow' iets in de onderstaande zin?
She is going to see him at school tomorrow.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer)

Slide 14 - Quiz

Waarover vertelt 'tonight' iets in de onderstaande zin?
We are going to watch a movie at home tonight.
A
De plek (waar)
B
De tijd (wanneer).

Slide 15 - Quiz

Zinsvolgorde
Neem over in je schrift:
  • She is going to see him at school tomorrow.
  • We are going to watch a movie at home tonight

  • Je ziet dat de plaatsbepaling altijd voor de tijdsbepaling staat in een Engelse zin.  Een tijdsbepaling zet je in een Engelse zin altijd achteraan. 
    De volgorde van een Engelse zin is meestal: WIE / WAT + DOET (alle ww-den bij elkaar) + WIE / WAT  (lijdend voorwerp) + WAAR + WANNEER

  • In het Nederlands doen we dat vaak andersom:
  • Ze ziet hem morgen op school.
  • We gaan vanavond thuis een film kijken. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In pairs!

Zet de zinnen in de juiste volgorde.  
Onderstreep de tijdsbepaling en omcirkel de plaatsbepaling. Noteer de zinnen in je schrift. 
  1. museum - London-morning-in-yesterday-the-visited-we
  2. park-played-children-the-afternoon-in-the-this
  3. met-hours-we-ago-café-the-at-two
  4. watched-evening-show-the-amazing-theater-in-an-we
  5. station-arrived-train-at-the-this-morning-he
  6. weekend-beach-family-went-last-the-our-to
  7. sat-library-quietly-afternoon-the-in-she-this
  8. day-zoo-all-yesterday-at-the-spent-they
  9. school-meeting-had-yesterday-evening-we-at-a
  10. party-birthday-the-her-at-were-last-night-friends-all
timer
7:00
Check together: Random beurten

Slide 18 - Slide

Yourself!


Zet de zinnen in de juiste volgorde. Onderstreep de tijdsbepaling en omcirkel de plaatsbepaling. Noteer de zinnen in je schrift. 
  1. yesterday-in-library-the-read-He-a-book
  2. this-market-morning-She-flowers-the-at-bought-some
  3. stadium-night-last-in-the-We-watched-a-game
  4. yesterday-office-letter-the-post-to-He-sent-the
  5. store-with-afternoon-toys-the-The-this-played-children-in
  6. afternoon-this-cleaned-We-garage-our-in-the
  7. beach-weekend-last-built-the-a-kids-sandcastle-The-on
  8. his-fixed-car-in-yesterday-the-He-afternoon-this-garage
  9. wall-She-room-the-in-morning-painted-this-living-the
  10. kitchen-last-family-dinner-prepared-the-in-Their-evening
timer
7:00
Check together: Random beurten

Slide 19 - Slide

Je kunt bij het schrijven van een Engelse zin de juiste zinsvolgorde toepassen.
Je kunt uitleggen wanneer je de future tense met 'will' moet gebruiken.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Homework
Tuesday, February 4th 

Als huiswerk maak je deze schrijfopdracht:
Doel:
Oefenen met het correct formuleren van zinnen waarin zowel een plaatsbepaling als een tijdsbepaling op de juiste manier wordt gebruikt. (Ter voorbereiding op het maken van je verslag)
Opdracht:
Schrijf een kort verhaal van 8 tot 10 zinnen (met minimaal 7 woorden) over gisteren / afgelopen weekend. Zorg ervoor dat in elke zin:
✅ Het onderwerp, werkwoord(en) en lijdend voorwerp correct worden gebruikt.
✅ Er minstens één plaatsbepaling (waar iets gebeurt) en één tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) aanwezig is.
✅ De zinsvolgorde logisch en correct is.


  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Vragen? Steek je vinger op. 
  • Tijd tot aan de afsluiting van de les.
  • Klaar? StudyGo, Read Theory óf Write & improve.

Slide 22 - Slide