BS4 - De iris en de ooglens

Thema 10 - Zintuigen
Basisstof 4 - De iris en de ooglens
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 10 - Zintuigen
Basisstof 4 - De iris en de ooglens

Slide 1 - Slide

Deze les leer je:
  • Hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.

  • Hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat. 

Slide 2 - Slide

Lesplanning:
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg en samen lezen - BS 4
  • Zelfstandig maken opdracht 1 t/m 8
  • Nakijken
  • Les samenvatting & Begrippen

Slide 3 - Slide

Uitleg BS4 - De iris en de ooglens
PUPILREFLEX
Regelen van de hoeveelheid licht die op  het netvlies valt.

Beschermt de zintuigcellen in het netvlies tegen te fel licht. 

Fel licht :
- Kringspieren in de iris trekken zich samen.
- Lengtespieren in de iris ontspannen
- Pupil kleiner

Weinig licht:
- Kringspieren in de iris ontspannen.
- Lengtespieren in de iris trekken zich samen.
- Pupil groter. 

Slide 4 - Slide

Uitleg BS4 - De iris en de ooglens
BEELDVORMING
Als je ergens naar kijkt - omgekeerd en verkleind beeld op je netvlies.

Zintuigcellen in het netvlies geven impulsen door naar de gezichtscentra in de grote hersenen.

De hersenen zetten het beeld weer rechtop 
en op de juiste grootte. 

Slide 5 - Slide

Uitleg BS4 - De iris en de ooglens
SCHERP ZIEN

LICHTBREKING
Lichtstralen die een oog binnenvallen, worden vooral door 
het hoornvlies en de lens in een andere richting gebogen.

Ooglens - Bolle lens - Buigt lichtstralen naar elkaar toe. 

Lens is elastisch - Kan platter en boller worden - SCHERP ZIEN.

Slide 6 - Slide

Uitleg BS4 - De iris en de ooglens
ACCOMMODEREN
De vorm van de ooglenzen wordt aangepast aan de afstand waarop een voorwerp zich bevindt. 

ZIEN IN DE VERTE
- De lenzen zijn zo plat mogelijk.
- Ogen zijn in rusttoestand.

ZIEN VAN DICHTBIJ
- De lenzen zijn zo bol mogelijk. 

Slide 7 - Slide

Uitleg BS4 - De iris en de ooglens
VERAF ZIEN
- Kringspieren rond de lens ontspannen.
- De opening in de kringspieren wordt groter.
-  Lensbandjes strak gespannen en rekken de lens uit.
- Lens minder bol - Scherp zien in de verte.



DICHTBIJ ZIEN
- Kringspieren rond de lens trekken samen.
- De opening in de kringspieren wordt kleiner.
- Lensbandjes verslappen.
- Lens boller - Scherp zien van dichtbij (minder dan 5 meter).

Slide 8 - Slide

Aan de slag!

Maken opdrachten 1 t/m 8 in stilte


Klaar met de opdrachten - Nakijken
timer
30:00

Slide 9 - Slide

Wat hebben we geleerd in BS4?

Even een paar vragen.....

Slide 10 - Slide

Wat hebben we geleerd in BS4?
Pupilreflex - Regelen van de hoeveelheid licht die op het netvlies valt.

Beschermt de zintuigcellen in het netvlies tegen te fel licht.

Fel licht:
- Kringspieren in de iris trekken zich samen.
- Lengtespieren in de iris ontspannen
- Pupil kleiner

Weinig licht:
- Kringspieren in de iris ontspannen.
- Lengtespieren in de iris trekken zich samen.
- Pupil groter. 




Slide 11 - Slide

Wat hebben we geleerd in BS4?
Beeldvorming - Als je ergens naar kijkt - omgekeerd en verkleind beeld op je netvlies.
Zintuigcellen in het netvlies geven impulsen door naar de gezichtscentra in de grote hersenen.
De hersenen zetten het beeld weer rechtop en op de juiste grootte. 

Lichtbreking - Lichtstralen die een oog binnenvallen, worden vooral door het hoornvlies en de lens in een andere richting gebogen.
Ooglens - Bolle lens - Buigt lichtstralen naar elkaar toe.

Lens is elastisch - Kan platter en boller worden - SCHERP ZIEN.

Accommoderen - De vorm van de ooglenzen wordt aangepast aan de afstand waarop een voorwerp zich bevindt.

ZIEN IN DE VERTE                                                                                ZIEN VAN DICHTBIJ
- De lenzen zijn zo plat mogelijk.                                                 - De lenzen zijn zo bol mogelijk              
- Ogen zijn in rusttoestand.







Slide 12 - Slide

Wat hebben we geleerd in BS4?
VERAF ZIEN
- Kringspieren rond de lens ontspannen.
- De opening in de kringspieren wordt groter.
- Lensbandjes strak gespannen en rekken de lens uit.
- Lens minder bol - Scherp zien in de verte.

DICHTBIJ ZIEN
- Kringspieren rond de lens trekken samen.
- De opening in de kringspieren wordt kleiner.
- Lensbandjes verslappen.
- Lens boller - Scherp zien van dichtbij (minder dan 5 meter).







Slide 13 - Slide

Begrippen BS4
Kringspieren - Lopen rondom de pupil; deze spieren maken de pupil kleiner.

Lengtespieren - Lopen van de pupil naar de buitenrand van de iris; deze spieren maken de pupil groter.

Pupilreflex - Het automatisch samentrekken van spieren in de iris bij fel licht.

Accommoderen - Het aanpassen van de sterkte van de ooglens. 

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
Basisstof 4 van Thema 10

Opdracht 1 t/m 8 maken en nakijken.
Leren basisstof 4

Slide 15 - Slide