This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Coach opdracht
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
De inductiespanning die kan ontstaan is afhankelijk van...
A
De hoeveelheid wikkelingen van de spoel.
B
De sterkte van het gebruikte magneetveld.
C
De grootte van een wikkeling van de spoel.
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 7 - Quiz
Wanneer je een magneet bij een spoel houdt, ontstaat er (inductie)spanning.
A
Ja, altijd.
B
Ja, wanneer je de magneet of de spoel beweegt.
C
Ja, wanneer je de magneet én de spoel beweegt.
D
Nee, nooit.
Slide 8 - Quiz
Oefenopdracht deel 2: Een vierkante draadspoel met honderd windingen met zijde l = 5,00 cm en een totale weerstand van 100 ohm, wordt loodrecht op een homogeen magnetisch veld van 0,600 T geplaatst, zie de afbeelding hiernaast. Deze spoel wordt met constante snelheid in 0,100 s naar rechts getrokken, waar het magneetveld gelijk is aan 0. A. Bereken de inductiespanning die ontstaat. Noteer je antwoord hieronder.
C. Wat is de richting van de inductiestroom?
A
Linksom
B
Rechtsom
Slide 9 - Quiz
Zie de figuur hiernaast. De magneet draait eenparig rond. In de getekende stand...
A
Is de flux maximaal, en de inductiespanning minimaal.
B
Is de flux minimaal, en de inductiespanning maximaal.
C
Is de flux maximaal en de inductiespanning maximaal.
D
Is de flux minimaal, en de inductiespanning minimaal.