Postpartum depressie

Postpartum depressie hoe te handelen?

Sandra Naberman 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Postpartum depressie hoe te handelen?

Sandra Naberman 

Slide 1 - Slide

Terugblik
We gaan straks een aantal antwoorden invullen die betrekking hebben op de beluisterde podcast.

Slide 2 - Slide

wat heb je meegenomen uit de podcast wat je nog niet wist!

Slide 3 - Open question

wat neem je mee uit de podcast naar je werkveld

Slide 4 - Open question

Wat is je het meeste bijgebleven van de podcast

Slide 5 - Open question

Helpen bij omgaan met ziekte of beperking.
Als kraamverzorgende kom je diverse termen tegen die gaan over de toestand van de zorgvrager, zoals handicap, stoornis, ziekte, beperking, depressies.




Slide 6 - Slide

wat is gezond, wat is ziek zijn?
Gezondheid is het gezond zijn, het gevoel dat alles in orde is.
De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
wordt veel gebruikt:
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken!

Slide 7 - Slide

Ziekte
Je kunt zeggen dat een mens gezond is als alle lichamelijke geestelijke en sociale functies organen en lichaamsprocessen goed op elkaar afgestemd hun werk (kunnen) doen
Dat evenwicht is bij iemand die ziek is verstoord: Er is sprake van een verstoring van het lichamelijk geestelijk en sociaal evenwicht. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Opdracht
Ga met de informatie die je nu hebt gehoord. Een kleine informatiefolder maken. zorg dat je de folder maakt voor pas bevallen moeders die te maken kunnen krijgen met een Postnatale depressie.
jullie krijgen hiervoor 45 minuten

Slide 11 - Slide

Is dit plaatje een typisch voorbeeld van een postnatale depressie?

Slide 12 - Open question

Zichtbare en niet zichtbare beperking 
Sommige beperkingen zijn zichtbaar, andere niet. Het kan heel vervelend zijn een zichtbare beperking te hebben, want de beperking wordt vaak als eerste gezien. hier is weinig aan te doen, mensen kijken vanzelf naar wat opvalt of afwijkt. Het is vervelend, maar degene met de zichtbare beperkingen moet daarmee leren leven. 
Bij een onzichtbare beperking is het leven niet perse gemakkelijker, want het roept vaak onbegrip en frustratie op. Andere hebben al snel het idee dat iemand zich aanstelt, of aandacht probeert te trekken 

Slide 13 - Slide

Aangeboren beperking
A
beperking is ontstaan na de geboorte
B
Beperking is ontstaan voor, tijdens of vlak na de geboorte
C
Beperking is ontstaan voor de geboorte
D
Dit is erfelijk, dus bij de conceptie

Slide 14 - Quiz

Niet-aangeboren beperking
A
Dit is ontstaan na de bevalling
B
Beperking die erfelijk is
C
Beperking die op latere leeftijd ontstaat
D
Beperking die niet bestaat

Slide 15 - Quiz

Wat is apathisch gedrag
A
manier waarop je gewoonlijk reageert
B
Iemands vermogen om een bepaalde last niet te kunnen dragen
C
gedragsproblemen
D
Lusteloos en onverschillig gedrag

Slide 16 - Quiz

Verdedigingsmechanisme
A
Conflicten uit de weggaan
B
Verdedigingsmechanisme is rennen, vechten, vluchten en of verstijven
C
stoornis waarbij afwijkend gedrag wordt gestuurd vanuit de aanleg
D
tactiek die de mens onbewust gebruikt om angst en andere nare bedreigende gevoelens af te weren

Slide 17 - Quiz

wat betekent draaglast
A
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft.
B
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft. De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart
C
Iemands vermogen om bepaalde lasten (in figuurlijke zin) te dragen
D
De zware draaglast van een zwangere buik

Slide 18 - Quiz

Wat bekent draagkracht?
A
Iemands vermogen om bepaalde gewichten te dragen.
B
De kracht die vrouwen hebben om de zwangerschap te dragen
C
Iemands vermogen om bepaalde lasten (in figuurlijke zin) te dragen
D
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft. De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart

Slide 19 - Quiz

Begeleiding bij zingeving en ethiek
Als kraamverzorgende krijg je in het werkveld te maken met de vraag wat goed en wat fout is, of het beter is om dit te doen of juist dat. In die situaties is niet gewoon sprake van een keuze maar van een ethisch dilemma.

  • Zal ik wit- of bruinbrood kopen?
  • Is de baby dusdanig geen dat hij naar het ziekenhuis moet of kan het thuis nog wel af?

Slide 20 - Slide

keuze of dilemma 

Dag in dag uit sta je voor keuzes. Dat begint al bij opstaan.
Veel keuzes maak je zonder je druk te maken over de gevolgen ervan (voor jezelf of anderen). Soms zijn keuzes zo vanzelfsprekend dat je er niet eens bij stilstaat dat je een keuze hebt.
keuze of dilemma 

Bij een dilemma gaat het ook over een keuze tussen twee of meer mogelijkheden. Toch is een dillema geen gewone, alledaagse keuze waar je nauwelijks over hoeft na te denken. het kenmerk van een dilemma is: alle mogelijkheden waaruit je kunt kiezen, hebben bezwaren. Bij een dilemma moet je afwegen wat uiteindelijk het minst nadelig is

Slide 21 - Slide

Ethische dilemma
Als je voor een dilemma staat, spelen waarden en normen een grote rol in de keuze die je maakt. Het gaat om ethiek. waarden en normen bepalen voor een groot deel wat jij juist of rechtvaardig vind in een bepaalde situatie.
Bij de afweging als juist en onjuist. goed en niet goed, gaat het om ethisch vragen en ethische dilemma's. Je kut je bij alles wat je doet afvragen of je wel juist handelt.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat denk je over het vertoonde filmpje?

Slide 24 - Open question

In jullie vak heb je nooit te maken met een ethisch vraagstuk?
0100

Slide 25 - Poll

Opdracht
In het boek begeleiden staat op bladzijde 267 een stappenplan beschreven voor het omgaan met een ethisch dilemma.
Jullie gaan individueel dit stappenplan doorlopen. Je maakt een korte casus (uit het werkveld) en gaat deze middels het stappenplan doorlopen.

Slide 26 - Slide

Bedankt voor vandaag!
Zijn er nog vragen?

Slide 27 - Slide