mavo 4 - NPO uur

Bienvenue Mavo 4!
NPO uur
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue Mavo 4!
NPO uur

Slide 1 - Slide

PROGRAMME
Ecouter GABFLE
Ecouter la méteo
Vocabulaire



Aan het eind van de les:
- heb ik geoefend met luistervaardigheid;
- heb ik mijn Franse woordenschat verbreed;

Slide 2 - Slide

Ecouter








Je gaat luisteren naar een interview met Patricia en Christian. Lees onderstaande inleiding goed door.

Patricia et Christian se connaissent depuis 2004. Ils vivent maintenant en couple. Patricia est française et Christian a deux nationalités : il est vénézuélien mais aussi espagnol. Ils ont tous les deux une trentaine d’années. Ils parlent ici de leur déménagement.


Slide 3 - Slide

Wat weet je al over Patricia et Christian?

Slide 4 - Open question

10

Slide 5 - Video

La météo
Het weer

Slide 6 - Slide

Choisis la bonne traduction

il fait beau
A
het is koud
B
het is mooi weer
C
het regent
D
de zon schijnt

Slide 7 - Quiz

Choisis la bonne traduction

le soleil brille
A
het is koud
B
het sneeuwt
C
het regent
D
de zon schijnt

Slide 8 - Quiz

Choisis la bonne traduction

il y a du vent
A
het is koud
B
het sneeuwt
C
het regent
D
het waait

Slide 9 - Quiz

Choisis la bonne traduction

il pleut
A
het is koud
B
het sneeuwt
C
het regent
D
het is slecht weer

Slide 10 - Quiz

Choisis la bonne traduction

il fait mauvais
A
het is koud
B
het sneeuwt
C
het regent
D
het is slecht weer

Slide 11 - Quiz

Choisis la bonne traduction

il fait froid
A
het is koud
B
het sneeuwt
C
het regent
D
het is slecht weer

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Vertaal de woorden. Er blijven twee antwoorden over!
om 12.00
beetje bij beetje
in de loop van
gisteren
de ochtend
de hele avond
de dag begint
de nacht
au cours de
aujourd'hui
le jour commence
la nuit
l'après-midi
à midi
peu à peu
le matin
toute la soirée
hier
demain

Slide 14 - Drag question

Over welk deel van Frankrijk gaat dit fragment?
A
Het zuiden
B
Het oosten
C
Het westen
D
Het noorden

Slide 15 - Quiz

Hoeveel graden is het vandaag?
A
33 graden
B
13 graden
C
23 graden
D
30 graden

Slide 16 - Quiz

Lees de zinnen. Luister naar het fragment en kruis de juiste zinnen aan.
A
Overdag is het warm, maar 's avonds koelt het af
B
Zowel overdag als 's avonds blijft het erg warm.

Slide 17 - Quiz

Kruis de juiste weersverwachting aan.
A
In het weekend kan het gaan onweren.
B
In het weekend wordt het nog warmer.

Slide 18 - Quiz

Dit fragment gaat over...

Slide 19 - Drag question

Luister naar het weerbericht. Links staan de dagdelen en rechts staat het weer beschreven. Hoe zien de dagdelen eruit? Sleep de juiste weersomschrijving naar het juiste dagdeel.
le matin
à midi
au cours de l'après-midi
toute la soirée
nuages
ciel couvert
peu de vent
du soleil

Slide 20 - Drag question

00:10
Hoe heten de gasten en waar wonen zij?

Slide 21 - Open question

00:25
Waar verhuizen zij naartoe?

Slide 22 - Open question

00:36
Waarom verhuist het koppel naar Spanje?

Slide 23 - Open question

00:55
Wat is het beroep van Christian?

Slide 24 - Open question

01:13
Wat vindt Patricia ervan dat ze verhuizen naar Spanje?

Slide 25 - Open question

01:32
Welke activiteiten kan Patricia ondernemen in Spanje?

Slide 26 - Open question

02:20
Wat vindt Christian ''ridicule''?

Slide 27 - Open question

02:40
Wat vindt Patricia stressend aan de situatie?

Slide 28 - Open question

03:10
Ervaart Christian dezelfde stress als Patricia. Waarom wel/niet?

Slide 29 - Open question

04:08
Wat betekent:
Bon déménagement.

Slide 30 - Open question

Chapitre 6 
L'environnement et le paysage

Slide 31 - Slide

Fais une phrase avec ces mots:

in de zomer - het strand

Slide 32 - Open question

Fais une phrase avec ces mots:

in de winter - de sneeuw

Slide 33 - Open question

Woordenschat
Indépendant: apprendre examenidioom chapitre 6


  • 2 strategieën naar keuze;
  • de test;
  • Daarna klassikaal: QUIZLET LIVE SPEL


Slide 34 - Slide

Les devoirs
Huiswerk voor volgende les:
Leren examenidioom hoofdstuk 6 

Blijven oefenen, herhalen, oefenen, herhalen...!!



Slide 35 - Slide