De student kent/weet:
- de vijf basisregels bij EHBO
- hoe hij/zij de rautekgreep moet toepassen
- hoe hij/ zij moet reanimeren
- wat hij/ zij moet doen bij een flauwte
- wat hij/ zij moet doen bij een bloedneus
- de verschijnselen bij een beroerte
- wat hij/ zij moet doen bij een verstikking