Aardbevingen

Aardbevingen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBegrijpend lezen+3BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Schuddende bomen, rammelende keukenkastjes en soms zelfs gebouwen die instorten. Op veel plekken ter wereld komen aardbevingen voor. Maar hoe ontstaat zo’n beving eigenlijk?

Items in this lesson

Aardbevingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

   Hoe ontstaat een aardbeving, denk jij?
Werk samen in een groepje van vier. Schrijf alle vier in je eigen (buitenste) vak hoe jij denkt dat een aardbeving ontstaat. 
 

Gelukt? Overleg dan in je groepje. Schrijf jullie gezamenlijke antwoord op in het middelste vak en bespreek dat antwoord klassikaal. 
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eigen leervragen 
Wat zou jij willen weten over aardbevingen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

.

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • weet ik hoe een aardbeving ontstaat.
  • weet ik waarom sommige aardbevingen zwaarder zijn dan anderen en hoe je dit kunt meten.
  • kan ik aan de hand van breuklijnen uitleggen waarom sommige landen meer last hebben van aardbevingen.
Dit ga je leren
Woordenschat
Na deze les:

  • begrijp ik de moeilijke woorden die met aardbevingen te maken hebben. 
Taal
Na deze les:

  • kan ik een wereldkaart met breuklijnen tekenen en aan de hand hiervan uitleggen hoe aardbevingen ontstaan.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel. Arceer in ieder geval:

  • de aardkern
  • de aardmantel
  • de aardkorst
  • de aardplaten
  • de platentektoniek
  • het hypocentrum
  • het epicentrum
  • de breuklijn
Hulpkaart

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd.
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
de aardbeving
De (tektonische) aardplaat
Een deel van de aardkorst dat heel langzaam kan verschuiven.
Soms ontstaan aardbevingen, door het schuiven van de aardplaten.
Woordenschat
Het hypocentrum
De plek waar de aardbeving diep in de aarde ontstaat.
Het hypocentrum  van deze aardbeving lag kilometers diep.
De breuklijn
Een gebied waar twee aardplaten tegen elkaar komen.
In het gebied van een breuklijn komen veel aardbevingen voor.

De platentektoniek
Wanneer tektonische aardplaten langs elkaar bewegen. 
Dankzij platentektoniek botsen aardplaten soms tegen elkaar aan.
Het epicentrum
De plek waar de aardbeving voor het eerst de aardkorst raakt.
Het epicentrum van deze aardbeving lag in Turkije.

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
De aardmantel
Het gedeelte tussen de aardkorst en de kern van de aarde.
De aardmantel is ongeveer 3400 kilometer dik.
Woordenschat
De aardkern
De warmste laag in het midden van de aarde.
De aardkern kilometers diep in de aardbol.
De aardkorst
Het harde, buitenste gedeelte van de aarde.
Je moet door de aardkorst heen boren om bij de kern te komen.

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Video!
In deze video leer je meer over de opbouw van de lagen in de aarde!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Welke uitspraken horen bij de aardlaag?
Slepen maar!
De aardmantel
De aardkern
De aardkorst
Ruim 5000 graden!
3000 kilometer dik
Verschillende platen die passen als een puzzel.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

.
Zou er ooit iemand in de aardkern zijn geweest, denk jij?
Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open question

Antwoord: Nee, want de aardkern is ruim 5000 graden en dat zouden mensen nooit overleven.
Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
Als platen langs elkaar schieten is dit altijd voelbaar op aarde, soms sterk en soms heel licht!

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Hoe noem je het als aardplaten tegen elkaar aan schuiven of langs elkaar schuren?
A
Hypocentrum
B
Breuklijnen
C
Platentektoniek
D
Platenpuzzel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Video!
In deze video leer je meer over het ontstaan van aardbevingen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat een aardbeving?
Sleep de beschrijvingen in de juiste volgorde. 
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
1
2
3
4
Hoe harder de schokgolf, hoe groter de kans dat er op de aardkorst een aardbeving ontstaat.
 Aardplaten bewegen en schuren te veel langs elkaar.
Dit zorgt voor een harde schokgolf kilometers diep in de aarde.
 De spanning blijft opbouwen en de platen schieten met een flinke schok langs elkaar.

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

.
Wat is het verschil tussen het epicentrum en het hypocentrum? 
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!

Slide 16 - Open question

Antwoord: De plek waar de aardbeving ontstaat wordt het hypocentrum genoemd. Recht boven het hypocentrum is de aardbeving het zwaarst. Deze plek op de aardkorst wordt het epicentrum genoemd. 
Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak van Scoop WAAR of NIET WAAR?
Sleep het vinkje of het kruisje!
Hoe verder van het epicentrum je komt, hoe minder schokgolven je voelt.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Op welke manier wordt de zwaarte van aardbevingen gemeten?
A
De schaal van aardbevingen.
B
De schaal van Richter.
C
De wet van de aarde.
D
De wet van breuklijnen.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de cijfers op de schaal van Richter. 
Wat valt je op?  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

.
Een aardbeving waarbij meubels rammelen, maar niet omvallen.  
Welk cijfer op de schaal van Richter hoort daarbij?
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 20 - Open question

Antwoord: Een cijfer tussen de 2 en 4.
.
Een aardbeving waarbij niets meer overeind blijft staan. 
Welk cijfer op de schaal van Richter hoort daarbij?
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 21 - Open question

Antwoord: Het cijfer 10.
.
Hoe kan het dat sommige landen meer last hebben van aardbevingen dan andere landen? 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 22 - Open question

Antwoord: Deze landen liggen op of dichtbij een breuklijn, waardoor ze meer kans hebben op een aardbeving. 
..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Waar komende meeste aardbevingen ter wereld voor?
A
Rond de Noordzee.
B
Rond de Stille Oceaan.
C
Rond de Atlantische Oceaan.
D
Rond de Grote Oceaan.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Map

This item has no instructions

.
Wat hebben tsunami’s en aardbevingen met elkaar te maken?  
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 25 - Open question

Antwoord: Tsunami’s ontstaan door aardbevingen op zee. Door de zeebeving ontstaan er extreem hoge golven die vervolgens schade aanrichten aan land. 

Slide 26 - Video

This item has no instructions

.
Waardoor ontstaan de aardbevingen in Groningen?
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 27 - Open question

Antwoord: De aardbevingen in Groningen ontstaan niet door platentektoniek, maar door gaswinning. Hierdoor verzakt de bodem en ontstaan er trillingen. 
Verwerkingsopdracht
Jullie weten inmiddels alles over aardbevingen en breuklijnen. Tijd om in tweetallen een wereldkaart hierover te maken! Maar hoe doe je dat? Ik leg het je uit op de volgende slides!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Bespreek de vragen met je schoudermaatje:

  • Wat zie je op de kaart?
  • Heb je al eens eerder zo'n soort kaart gezien? Waar was dat?
  • De icoontjes met de uitleg aan de rechterkant noem je de legenda. Waarom gebruiken de makers van een kaart vaak een legenda, denk je? 
  • Wat vind je van deze manier van het maken van een kaart?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat is het belangrijkste doel van een landkaart?
A
Amuseren.
B
Informeren.
C
Overtuigen.
D
Instrueren.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Maak in tweetallen een wereldkaart waarop de breuklijnen tussen de aardplaten te zien zijn. Schrijf in een legenda alle punten op die belangrijk zijn voor iemand die de kaart bekijkt. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Check-check-dubbelcheck!
Check de punten in de checklist. Die kunnen je helpen om de kaart nog beter te maken.
Er is een wereldkaart gemaakt.


Op de kaart is te zien waar de breuklijnen liggen. 

Er is gebruikgemaakt van een legenda.

Er is gebruik gemaakt van het internet of een atlas.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Waar wacht je nog op? Aan de slag! 
Tip! In de atlas staat een grote inhoudsopgave waar je precies kunt zien wáár je een kaart met breuklijnen kunt vinden. 
timer
20:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Feedback & aanpassen
Wissel je wereldkaart uit met een ander tweetal. Bekijk de checklist op slide 33 nogmaals. Voldoet de kaart van jouw klasgenootjes aan de criteria? 
Bespreek het met elkaar. Pas de kaart aan op basis van de feedback die jullie die je hebben gekregen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Publiceren
Tijd om uitleg te geven bij je wereldkaart! Presenteer de wereldkaart aan een ander tweetal en leg hierbij precies uit wat de breuklijnen te maken hebben met aardbevingen. Hoe kan het dat sommige landen meer last hebben van bevingen dan anderen? 

Slide 35 - Slide

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag.

Slide 36 - Slide

Verwerkingsopdracht
.

Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe een aardbeving ontstaat.
  • Ik weet waarom sommige aardbevingen zwaarder zijn dan anderen en hoe je dit kunt meten.
  • Ik kan aan de hand van breuklijnen uitleggen waarom sommige landen meer last hebben van aardbevingen.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 
Woordenschat

  • Ik begrijp de moeilijke woorden die met aardbevingen te maken hebben. 
Taal
  • Ik kan een wereldkaart met breuklijnen tekenen en aan de hand hiervan uitleggen hoe aardbevingen ontstaan.
Schrijf in je projectschrift op wat jij hebt geleerd. Plak je ook (een foto van) je wereldkaart in je schrift?

Slide 37 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions