This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
SO thema 2 - organen en orgaanstelsels
Slide 1 - Slide
Over de SO
Voor deze SO heb je 30 minuten de tijd.
Je kunt in totaal 24 punten halen.
Weet je een antwoord even niet? Sla de vraag even over en kom er later op terug. Vul bij meerkeuze altijd een antwoord in!
Succes :-)
Slide 2 - Slide
Bij welk orgaanstelsel hoort de bronchie?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Bottenstelsel
Slide 3 - Quiz
Leg uit wat een orgaan is.
Slide 4 - Open question
Zet de juiste organen op de aangewezen plekken
Luchtpijp
Long
Maag
Lever
Dunne darm
Dikke darm
Slide 5 - Drag question
Het bloedvatenstelsel bestaat uit je hart, de holle ader en... (vul in)
Slide 6 - Open question
Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Bottenstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 7 - Quiz
Ons bloedvatenstelsel vervoert zuurstof en voedingsstoffen door ons hele lichaam. Welk orgaanstelsel van een plant lijkt op ons bloedvatenstelsel als je kijkt naar de functie / taak?
A
Wortelstelsel
B
Vatenstelsel
C
Voortplantingsstelsel
D
Bladerenstelsel
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar: De wortelharen zorgen ervoor dat een plant stevig vast staat in de grond.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Een leraar vraagt twee leerlingen een functie van de stengels van een plant te noemen. Arjan zegt dat de stengels dienen om de plant in de grond vast te zetten. Brenda zegt dat de stengels planten rechtop houden.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Arjan heeft gelijk
B
Alleen Brenda heeft gelijk
C
Ze hebben allebei gelijk
D
Ze hebben allebei ongelijk
Slide 10 - Quiz
Welk nummer geeft de bladsteel aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 11 - Quiz
Bij welk nummer van het blad hiernaast kan er fotosynthese plaatsvinden?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 12 - Quiz
De wortels van planten hebben 3 taken/functies. 1 van de taken is het opnemen van water en voedingsstoffen. Wat zijn de andere 2 taken van de wortels?
Slide 13 - Open question
Francis heeft een microscoop voor zich staan. Hij ziet dat het oculair 2x vergroot en het objectief 50x. Hoe groot wordt de totale vergroting waarbij Francis het preparaat bekijkt?
A
50x
B
52x
C
100x
D
500x
Slide 14 - Quiz
Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Slide 15 - Drag question
Bij welke totale vergroting mag je scherp stellen met de grote schroef op de microscoop?
A
40x (rood)
B
100x (geel)
C
40x en 100x (rood en geel)
D
400x (blauw
Slide 16 - Quiz
In ons oog zitten een aantal spiertjes die ervoor zorgen dat er niet teveel licht in komt: anders zien we niks en worden we verblind. In de microscoop zit ook een onderdeel waarmee je het licht kunt regelen wat een beetje hetzelfde werkt. Hoe heet dit?
A
De tafel
B
Het objectief
C
Het oculair
D
Het diafragma
Slide 17 - Quiz
Einde SO
Klik zo op "inleveren".
Doe je laptop dicht en wacht op de opdracht van de docent.
Je blijft stil totdat de docent zegt dat je weer mag praten!