1.3 - Schatten en meten Deel 1

§1.3 Meten & meetinstrumenten

Deel 1

Grootheden en eenheden
omrekenen van eenheden

1 / 26

Slide 1: Slide

Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§1.3 Meten & meetinstrumenten

Deel 1

Grootheden en eenheden
omrekenen van eenheden

Slide 1 - Slide

Je blaast een ballon op met lucht. Lucht heeft ook gewicht.

Hoeveel kilogram lucht is er ongeveer in jouw klaslokaal?

ongeveer 3,5 g

ongeveer 200 kg

ongeveer 3.000 kg

precies 0 kg, want lucht weegt niets

Slide 2 - Quiz

1.3 - SCHATTEN EN METEN

Je leert...:

...wat een grootheid is
...wat een eenheid is
...welke eenheden bij welke grootheden horen
...welke meetinstrumenten je kan gebruiken
...hoe je eenheden kan omrekenen
KADER:
...staafdiagrammen en lijngrafieken

Slide 3 - Slide

WAT

ZOU

HIERMEE

BEDOELD

WORDEN?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

MASSA EN GEWICHT

Massa = hoeveelheid moleculen

Gewicht = zwaartekracht

Op de aarde heeft een massa van 1 kilogram heeft een gewicht van 10 Newton

Een pak suiker van 1 kg wordt dus met een kracht van 10 Newton naar de aarde toe getrokken.

1 kg = 10 N

beide meet je met een weegschaal

Slide 6 - Slide

DE MAAN

De maan is 6 x zo klein als de aarde. Daarom is de zwaartekracht op de maan ook 6 x zo klein.

Stel je weegt op aarde 60 kg, wat zou je weegschaal dan aangeven op de maan?

Slide 7 - Slide

HOE NAUWKEURIG MEET JE?

Grootheden kun je meten in verschillenden eenheden

Als voorbeeld de grootheid LENGTE:

van stad tot stad meet je in kilometers (km)
van muur tot muur in het lokaal meet je in meters (m)

de lengte van je pen meet je in centimeters (cm)

de dikte van een spijker meet je in millimeters (mm)

Slide 8 - Slide

MEETINSTRUMENT

Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.

Zo meet je de afstand tussen Helmond en Deurne niet met een meetlatje van 10cm, of wel?

Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Massa omrekenen

1 kg

1 L

1000 g

1000 mL

Slide 11 - Slide

afstand omrekenen

Slide 12 - Slide

tijd omrekenen

Slide 13 - Slide

LIJNDIAGRAM EN STAAFDIAGRAM

Slide 14 - Slide

VRAGEN?

Slide 15 - Slide

Welke van de onderstaande antwoorden is een GROOTHEID?

kilogram

liter

Newton

temperatuur

Slide 16 - Quiz

Welke van de onderstaande antwoorden is een EENHEID?

massa

gewicht

Newton

temperatuur

Slide 17 - Quiz

Welke eenheid hoort NIET bij de grootheid LENGTE?

Slide 18 - Quiz

Welk meetinstrument kun je het beste gebruiken om de inhoud (volume) te meten van een glas ranja?

keukenweegschaal

maatbeker

meetlat

thermometer

Slide 19 - Quiz

Welke grootheid meet je met een stopwatch?

volume

massa

tijd

seconden

Slide 20 - Quiz

In een fles cola zit 1,5 liter cola.
Hoeveel milliliter is dat?

15 mL

150 mL

1.500 mL

15.000 mL

Slide 21 - Quiz

Een baby olifant weegt 92.000 gram. Hoeveel kilogram is dat? Schrijf je berekening op.

Slide 22 - Open question

Je hebt 50 gram meel nodig voor 1 koekje.
Je hebt een pak van 1 kilogram meel.
Hoeveel koekjes kun je hiermee maken?
Schrijf je berekening op!

Slide 23 - Open question

Hoe heet het diagram dat hiernaast is afgebeeld?

staafdiagram

hokjesdiagram

puntendiagram

lijndiagram

Slide 24 - Quiz

1.3 - SCHATTEN EN METEN

Je hebt geleerd...:

...wat een grootheid is
...wat een eenheid is
...welke eenheden bij welke grootheden horen
...welke meetinstrumenten je kan gebruiken
...hoe je eenheden kan omrekenen
KADER:
...staafdiagrammen en lijngrafieken

Slide 25 - Slide

Huiswerk

Maken vraag 34 t/m 51

(kopjes 'hoeveelheden meten' & 'Grootheden en eenheden)

Slide 26 - Slide