NK1hv-Kapitel 2-9

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Da sind wir wieder!

Vóór de vakantie hebben we al een heleboel Duits geleerd.

In Kapitel 1 heb je geleerd hoe je jezelf voorstelt.

In Kapitel 2 heb je geleerd om over je familie te vertellen.

Laten we een even terugblikken 

op wat je inmiddels zou moeten weten.

Sleep het blauwe vak naar de juiste vertaling.

Je vertelt hoe je heet.

Je noemt je leeftijd.

Je vertelt waar je vandaan komt.

Je zegt waar je woont.

Je zegt dat je geen broers of zussen hebt.

Mein Name ist Sascha.

Ich bin dreizehn.

Ich komme aus Österreich.

Ich wohne in Stuttgart.

Ich habe keine Geschwister.

Combineer de mannelijke en vrouwelijke woorden.

die Mutter

die Tante

die Cousine

das Mädchen

die Schwester

der Vater

der Onkel

der Cousin

der Junge

der Bruder

Welk lidwoord hoort erbij?

Kind

Niederlande

Name

das

die

der

Zet de getallen van laag (A) naar hoog (E).

A

B

C

D

E

tausend

siebzehn

hundertzweiundneunzig

fünfhundert

zwölf

Welk woord past in de zin?

Kann dein Vater ............... Internet leben?

Musik ist mir sehr ...............

In Deutschland hat ein ............... der Kinder keine Geschwister.

Das Risiko macht jüngeren Geschwister ............... .

Die niederländische Party war so ............... .

ohne

wichtig

Viertel

Spaß

witzig

Wat hoort bij elkaar?

bin

habe

bist

hast

ist

hat

sind

haben

seid

habt

sind

haben

ich

du

er-sie-es

wir

ihr

sie/Sie

In welk geheugen zit jouw kennis van DUITS?

Zintuiglijk geheugen: Alle informatie komt hier binnen en wordt enkele seconden vastgehouden

Kortetermijn geheugen: Tijdelijk vasthouden van informatie voor enkele minuten

Langetermijn geheugen: Opslag van belangrijke informatie voor lange tijd

Programm für heute

Vandaag gaan we verder in Kapitel 2.

Laten we eerst de stembanden 

eens trainen op de Duitse uitspraak.

Neem Seite 48/F Sprechen voor je

en doe lekker actief mee!

Aussprache von Zischlaute

Klassikaal:

• Seite 48/Aufgabe 28: luister en verbind
• Seite 48/Aufgabe 29 en 30: luister en spreek na
• Seite 49/Aufgabe 31: luister, oefen in tweetallen 
• Seite 49/Aufgabe 32: luister en kruis aan

Wieder mal üben mit Wörtern

Volgende les maak je een SO over de woordenlijst.

De woorden moet je kunnen schrijven/typen.

Seite 60/B Wortschatz wordt N-D gevraagd.

Seite 60-61/A + C + D + H Lesen wordt D-N gevraagd.

Kies een oefenmanier die bij jou past!!

(uit het boek, met een blaadje, digitaal)

Alles fertig und Zeit übrig?

• Ga naar Classroom/Schoolwerk/WOORDEN en ZINNEN oefenen: oefen met CRAM of WRTS
• Kies in Classroom/Schoolwerk een activiteit

HAUSAUFGABEN

Lernen/Wiederholen/Nochmal üben (mit CRAM oder WRTS)

*Seite 60: Alle Wörter (N-D + D-N)

*Seite 61: Block C + D + H (D-N)

Schreiben:

*Nichts zu schreiben