H8 Melkonderzoek

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat wordt er bedoeld met het kiemgetal van melk?
A
Het aantal leucocyten in de melk
B
Het aantal bacteriën in de melk
C
Het aantal erytrocyten in de melk
D
Het eiwitgehalte van de melk

Slide 4 - Quiz

Wat is waar over het celgetal van melk?
A
Bij een mastitis neemt het celgetal af
B
Bij een mastitis neemt het celgetal toe
C
Dit bestaat uit het aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en weefselcellen
D
Het tellen van het celgetal gebeurd nog altijd handmatig op het lab van de melkfabriek

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met thermoresistente bacteriën?
A
Bacteriën die goed tegen lage temperaturen kunnen
B
Bacteriën die goed tegen hoge temperaturen kunnen
C
Bacteriën die goed tegen zowel hoge als lage temperaturen kunnen
D
Bacteriën die doodgaan bij temperaturen boven de 100 graden.

Slide 6 - Quiz

Wat is waar over boterzuurbacteriën?
A
Deze heb je nodig om kaas te bereiden
B
Deze bacterie is aëroob
C
Deze bacterie vormt sporen
D
Deze bacterie komt vooral voor op bedrijven waar droog hooi gevoerd wordt

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat verhoogt het risico op een hoog kiemgetal?
A
Onvoldoende reiniging van melkinstallatie
B
Te lage temperatuur in melkkoeltank
C
Overmatig gebruik van antibiotica

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat toont de CMT (California Melktest) aan?
A
Een hoog kiemgetal
B
De aanwezigheid van antibioticum
C
Een hoog celgetal
D
De aanwezigheid van boterzuurbacteriën

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide