hv1 les 67 (23 mei)

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Afmaken: écouter (10 minutes)
  • Oefenen: apprendre 1 t/m 4 (30 minutes)

Aan het eind van de les heb je geoefend met luistervaardigheid.

Aan het eind van de les heb je alles herhaald voor het SO!

Slide 2 - Slide

Écouter (10 minutes)
We gaan de laatste luistervaardigheid opdracht maken!

Prends ton livre à la page 89.
On fait l'exercice 14 !

Slide 3 - Slide

Herhaling: appr. 1 t/m 4 (30 minutes)
On va faire des exercices en ligne.

Prends ton portable: lessonup.app 

Slide 4 - Slide

Les jours de la semaine!
Vrijdag
A
jeudi
B
vendredi
C
mercredi
D
samedi

Slide 5 - Quiz

Les jours de la semaine!
Zaterdag
A
mardi
B
jeudi
C
samedi
D
lundi

Slide 6 - Quiz

Les jours de la semaine!
Woensdag
A
mercredi
B
jeudi
C
vendredi
D
samedi

Slide 7 - Quiz

Les jours de la semaine!
Maandag
A
mardi
B
mercredi
C
jeudi
D
lundi

Slide 8 - Quiz

Les jours de la semaine!
Zondag
A
lundi
B
samedi
C
mardi
D
dimanche

Slide 9 - Quiz

Les jours de la semaine!
Donderdag
A
lundi
B
vendredi
C
dimanche
D
jeudi

Slide 10 - Quiz

'les jours de la semaine'

Wat betekent 'semaine' ?
A
dag
B
week
C
maand
D
jaar

Slide 11 - Quiz

Wat zijn werkwoord op - er?
A
parler
B
avoir
C
manger
D
aimer

Slide 12 - Quiz

Werkwoorden op -er :
vragen
A
rester
B
demander
C
parler
D
habiter

Slide 13 - Quiz

Werkwoorden op -er:
hij vraagt

Slide 14 - Open question

Werkwoorden op -er:
werken
A
travailler
B
regarder
C
terminer
D
commencer

Slide 15 - Quiz

Werkwoorden op -er:
jullie werken

Slide 16 - Open question

Werkwoorden op -er:
donner
A
blijven
B
geven
C
best leuk vinden
D
blijven zitten

Slide 17 - Quiz

Werkwoorden op -er:
jij geeft

Slide 18 - Open question

Werkwoorden op -er:
pratiquer
A
tekenen
B
liever hebben
C
doen aan
D
eindigen

Slide 19 - Quiz

werkwoorden op -er:
zij doen aan (m)

Slide 20 - Open question

le sac à dos
l'ordinateur
difficile
facile
bientôt
le cahier
les élèves
l'entrainement
la géographie
les stylos
malade
désolé
gauw
aardrijkskunde
moeilijk
het schrift
de training
makkelijk
de computer
de pennen
ziek
de leerlingen
sorry
de rugzak

Slide 21 - Drag question

Vertaal de zin:
l'interro est facile

Slide 22 - Open question

Vertaal de zin:
le prof est souvent malade

Slide 23 - Open question

Vertaal de zin:
de leerling heeft een boek

Slide 24 - Open question