Schrijven van correcte Nederlandse zinnen en zakelijke brief

Schrijven van correcte Nederlandse zinnen en zakelijke brief
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijven van correcte Nederlandse zinnen en zakelijke brief

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je een correcte Nederlandse zin en zakelijke brief schrijven volgens de Mbo 2f-normen.

Slide 2 - Slide

Leg het leerdoel uit aan de studenten. Bespreek de Mbo 2f-normen.
Wat weet je al over het schrijven van correcte Nederlandse zinnen en een zakelijke brief?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Nederlands zinsbouw
Een Nederlandse zin bestaat uit een onderwerp, een werkwoord en een lijdend voorwerp.

Slide 4 - Slide

Leg de basis van de Nederlandse zinsbouw uit en vraag de studenten om voorbeelden te geven.
Hoofd- en bijzinnen
Een hoofdzin kan op zichzelf staan, een bijzin vereist een hoofdzin.

Slide 5 - Slide

Geef voorbeelden van hoofd- en bijzinnen. Laat de studenten oefenen met het herkennen van hoofd- en bijzinnen.
Samentrekkingen
Samentrekkingen zijn het samenvoegen van twee zinnen door het weglaten van woorden die dubbel voorkomen.

Slide 6 - Slide

Bespreek de verschillende soorten samentrekkingen en geef voorbeelden.
Spelling
Correcte spelling is belangrijk voor een zakelijke brief.

Slide 7 - Slide

Leg de basisregels van spelling uit en geef voorbeelden van veelgemaakte fouten.
Opbouw van een zakelijke brief
Een zakelijke brief bestaat uit een aantal vaste onderdelen: afzender, geadresseerde, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, afsluiting en ondertekening.

Slide 8 - Slide

Bespreek de verschillende onderdelen van een zakelijke brief en geef voorbeelden.
Aanhef en afsluiting
De aanhef begint met 'Geachte' gevolgd door de naam van de geadresseerde. De afsluiting eindigt met 'Met vriendelijke groet,' gevolgd door de naam van de afzender.

Slide 9 - Slide

Leg de regels voor de aanhef en afsluiting uit en laat de studenten oefenen met het schrijven van verschillende aanheffen en afsluitingen.
Taalgebruik
Gebruik zakelijk taalgebruik en vermijd informele uitdrukkingen.

Slide 10 - Slide

Bespreek het belang van zakelijk taalgebruik en geef voorbeelden van informele uitdrukkingen die vermeden moeten worden.
Indeling van de brief
Een zakelijke brief heeft een duidelijke indeling waarbij de verschillende onderdelen logisch op elkaar volgen.

Slide 11 - Slide

Bespreek het belang van een duidelijke indeling en geef voorbeelden van brieven met een goede en slechte indeling.
Oefenen
Laat de studenten oefenen met het schrijven van een zakelijke brief.

Slide 12 - Slide

Geef de studenten een opdracht om een zakelijke brief te schrijven en geef feedback op hun werk.
Tips en tricks
Geef de studenten tips en tricks voor het schrijven van een goede zakelijke brief.

Slide 13 - Slide

Deel tips en tricks zoals het gebruik van een actieve schrijfstijl, het vermijden van vakjargon en het controleren van spelling en grammatica.
Evaluatie
Evalueer de les met de studenten.

Slide 14 - Slide

Vraag de studenten wat ze hebben geleerd, wat ze nog moeilijk vinden en wat ze nog willen leren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.