Leçon 8 - 3H - Chapitre 1 - Grammaire H

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programme d'aujourd'hui 

• Grammaire H 
• Écouter - Exercice de grammaire
• Exercices 29abc, 30, 31 pages 44 à 47

Les objectifs:

• Kan werkwoorden op -re gebruiken / vervoegen
• Kan over zijn vrienden hebben

Hoe moet je een werkwoord op -er vervoeren in présent? (ex."parler")

es

ons

e

ent

ez

e

De ww op -re

Exemple:

• répondre (beantwoorden)
• attendre (wachten)
• entendre (horen)
• vendre (verkopen)
• perdre (verliezen)

Nous - vendre (présent)

1. Nous venderons
2. Nous vendons
3. Nous vendrons

Tu - entendre (présent)

1. Tu entend
2. Tu entendes
3. Tu entends

Le passé composé

Exemple:

• répondre (beantwoorden)
• attendre (wachten)
• entendre (horen)
• vendre (verkopen)
• perdre (verliezen)

Hoe maak je de "passé composé" van WW op -er?

Jullie hebben

1. vous avez
2. nous avez
3. vous avons
4. nous avons

Ik heb

1. J'ai
2. Je suis

Jij hebt beantwoord (répondre

1. Tu es répondu
2. Tu es répondé
3. Tu as répondu
4. Tu es répondé

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re

Écoute la phrase. Hoor je de passé composé van een ww op -re of -er?

1. ww op -er
2. ww op -re