Somatisch (lichamelijke conditie)
Algemene dagelijkse levensinrichting (mate van mobiliteit en zelfredzaamheid)
Maatschappelijk (gericht op het kaart brengen van de mate aan mobiliteit en zelfredzaamheid)
Psychisch (betrekking op cognitieve functies zoals geheugen, oriëntatie, stemming)
Communicatief welbevinden (communicatieve vaardigheden zoals spreken, horen, zien en begrijpen)