H4 Woordenschat Tegenstellingen 1T

Welkom bij Nederlands                        
Deze les duurt van … tot ….

Je hebt nodig:
 - NE boek
- NE schrift + pen
- NN online 
- soms leesboek

Je microfoon staat standaard uit
Je camera staat altijd aan
Vragen stel je via de chat of je 'handje'.
 
Tips of opmerkingen? Laat ze me weten! 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands                        
Deze les duurt van … tot ….

Je hebt nodig:
 - NE boek
- NE schrift + pen
- NN online 
- soms leesboek

Je microfoon staat standaard uit
Je camera staat altijd aan
Vragen stel je via de chat of je 'handje'.
 
Tips of opmerkingen? Laat ze me weten! 

Slide 1 - Slide

Vandaag: Woordenschat H4
Pagina 102-105
Tegenstellingen van onbekende woorden vinden zoeken.

Doelen+ theorie:
zie boek p. 102-105, 
we lezen...

HUISWERK!! NN Online week 1

Slide 2 - Slide

Weet je het nog? Woordenschat H4  p. 102
Een tegenstelling
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je een tegenstelling.
Signaalwoorden als:
 echter, toch, maar, daarentegen en hoewel
helpen om een tegenstelling te vinden in de zin.

Slide 3 - Slide

Schrijf minimaal 4 signaalwoorden van een tegenstelling op.

Slide 4 - Mind map

Oefenen
Je krijgt hierna 10 verschillende zinnen.
Noteer van iedere zin het signaalwoord van de tegenstelling.

Slide 5 - Slide

Wat is het signaalwoord in de zin:
Hoewel hij op tijd was vertrokken, was hij toch te laat.

Slide 6 - Open question

Wat is het signaalwoord in de zin:
De docent begreep hem wel, maar hij kreeg toch straf.

Slide 7 - Open question

Wat is het signaalwoord in de zin:
Ik wilde vanavond graag patat eten, mijn moeder had echter pannenkoeken gebakken.

Slide 8 - Open question

Wat is het signaalwoord in de zin:
Ook al doet hij stom, ik vind hem toch aardig.

Slide 9 - Open question

Je kunt je niet meer opgeven, daarentegen kan je nog wel op de reservelijst komen.

Slide 10 - Open question

Welkom bij Nederlands                        
Deze les duurt van … tot ….

Je hebt nodig:
 - NE boek
- NE schrift + pen
- NN online 
- soms leesboek

Je microfoon staat standaard uit
Je camera staat altijd aan
Vragen stel je via de chat of je 'handje'.
 
Tips of opmerkingen? Laat ze me weten! 

Slide 11 - Slide

Terugblik gisteren:
Tips, vragen over huiswerk, opmerkingen?

Slide 12 - Mind map

Deze week --> Huiswerk: 
Leren woordenschat H3 en H4
(zie ook NN online planning: Oefenen woordenschat H3/4)

Maken: Planning NN Online week 2 (+week 1 als deze nog niet af was of je dingen niet snapte)

Slide 13 - Slide

Een tegenstelling
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je een tegenstelling.
Signaalwoorden als:
 echter, toch, maar, daarentegen en hoewel
helpen om een tegenstelling te vinden in de zin.

Slide 14 - Slide

Om naar het volgende level te gaan heb ik 10 punten nodig, ik heb er echter 9.

Slide 15 - Open question

OP school gaat de tijd heel langzaam, maar in de vakantie juist heel snel.

Slide 16 - Open question

Hoewel hij de kleinste is, is hij de snelste.

Slide 17 - Open question

Zij lijken uiterlijk veel op elkaar, hun karakter is echter heel verschillend.

Slide 18 - Open question

Ik kan je best helpen, toch moet je het dan wel eerst vragen.

Slide 19 - Open question

Tot slot
Je krijgt nog een aantal uitdrukkingen met een tegenstelling. Schrijf het juiste woord erachter.

Slide 20 - Slide

Door dik en …….

Slide 21 - Open question

Met vallen en ……..

Slide 22 - Open question

Van top tot...….

Slide 23 - Open question

Vroeg of ……. komt de aap uit de mouw.

Slide 24 - Open question

Zij leven samen als kat en …….

Slide 25 - Open question

Wat moet je na het maken van deze les nog oefenen?

Slide 26 - Open question