This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Boven aan de bladzijde in een woordenboek staan twee of vier opvallende woorden. Dat zijn zoekwoorden.
Zo zie je sneller of je een woord op de bladzijde kunt vinden.
Welke zoekwoorden zie je in afbeelding 2 op blz. 300?
Welke zoekwoorden zie je in afbeelding 2 op blz. 301?
neerslag - netnummer blz. 300
netto - nieuw blz. 301
Maak
- opdracht 38 (blz. 87)
- opdr. 39 (blz. 88)