Nova 1.1 een nieuw vak NT

Een nieuw vak hoofdstuk 1
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een nieuw vak hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Kerndoelen
Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.

Slide 2 - Slide

Wetenschap
Is het opdoen van kennis en toepassen van deze kennis in het dagelijkse leven.

Slide 3 - Slide

Natuurwetenschappen
Biologie  (levende natuur)
Natuurkunde (niet levende natuur)
Scheikunde (niet levende natuur)

Slide 4 - Slide

Verschil natuurkunde / scheikunde
Bij natuurkunde zijn de veranderingen tijdelijk
Bij scheikunde zijn de veranderingen blijvend

Slide 5 - Slide

Voorbeelden natuurkunde
  • ontstaan van bliksem
  • maken van elektriciteit
  • het warmer worden van een voorwerp
  • het afkoelen van water
  • het verdampen en weer condenseren van water
  • het remmen van een voertuig

Slide 6 - Slide

Voorbeelden scheikunde
  • Het roesten van een spijker
  • Het verteren van een boterham
  • het maken van tandpasta
  • het maken van plastic
  • het maken van benzine
  • een lucifer die verbrand
  • een mengsel dat ontbrand

Slide 7 - Slide

Röntgen straling
  • ontdekt door Willem Conrad Röntgen
  • die is nu dood. ( anders was hij 176 jaar geworden)
  • Röntgen stralen gaan door weefsel en spieren heen
  • Botten houden straling tegen.
  • Door een foto te maken kon je zien of je iets mankeerde aan je botten.
  • Röntgen stralen kunnen gevaarlijk zijn

Slide 8 - Slide

Van te veel röntgen-straling kun je kanker krijgen. Daarom dragen dokters in het ziekenhuis een schort van lood als ze een röntgen-foto maken (afbeelding 2). De röntgen-straling kan niet door het lood heen. Op deze manier is het lichaam beschermd tegen te veel straling.

Slide 9 - Slide

voorbeelden röntgen straling

Slide 10 - Slide

Een bloeiende bloem hoort bij het vak
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 11 - Quiz

Een houten blokje drijft en een ijzeren blokje zint. Dit hoort bij het vak
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 12 - Quiz

Het smelten van het metaal tin
(een tijdelijke of blijvende verandering?)
A
Natuurkundig
B
Scheikundig

Slide 13 - Quiz

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 14 - Quiz

4a) Het ontstaan van geluid hoort bij het vak
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 15 - Quiz

Het verbranden van gas hoort bij het vak:
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 16 - Quiz

Een stof verandert in een andere stof.
Dit hoort bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 17 - Quiz

Als je een kaars aansteekt, verandert kaarsvet van vaste stof in een vloeistof.
Dit hoort bij .....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 18 - Quiz

4c) Het hard worden van een ei in kokend water hoort bij het vak
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Scheikunde

Slide 19 - Quiz

Een stof verandert van toestand.
Dat hoort bij ....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde.

Slide 20 - Quiz

De gloeispiraal in een kachel wordt rood
als je de kachel aanzet
(een tijdelijke of blijvende verandering?)
A
Natuurkundig
B
Scheikundig

Slide 21 - Quiz

5b) Een plastic stoel buigt door als
er een zwaar persoon op gaat zitten
(een tijdelijke of blijvende verandering?)
A
Natuurkundig
B
Scheikundig

Slide 22 - Quiz

Wie is deze natuurkundige?
A
Isaac Newton
B
Albert Einstein
C
Dmitri Mendelejev

Slide 23 - Quiz

Behoort dit verschijnsel tot natuurkunde of scheikunde?
A
Natuurkunde
B
Scheikunde

Slide 24 - Quiz

Sommige vogels overwinteren in Nederland, terwijl andere vogels in de herst naar warmere landen vliegen.
Dit hoort bij .....
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 25 - Quiz

5c) Aardappelen bakken aan in de pan
(een tijdelijke of blijvende verandering?)
A
Natuurkundig
B
Scheikundig

Slide 26 - Quiz

1) Natuurkunde en scheikunde gaan over de ....... natuur
A
levende
B
niet-levende

Slide 27 - Quiz

Maak nu
Maak nu opdrachten 1 t/m 11 paragraaf 1.1

Ben je klaar met deze opdrachten?

Slide 28 - Slide

Kerndoelen
Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.

Slide 29 - Slide