This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4.2 De wereld in oorlog
Slide 1 - Slide
Doelen
- Je kunt uitleggen wanneer en hoe de oorlog in Europa begon en hoe de oorlog verliep.
- Je kunt uitleggen wanneer en hoe de oorlog in Azië begon en hoe de oorlog verliep.
- Je kunt uitleggen hoe Duitsland en Japan verslagen werden.
Slide 2 - Slide
Van wanneer tot wanneer liep de Tweede Wereldoorlog?
A
1939-1946
B
1939-1945
C
1940-1945
D
1940-1946
Slide 3 - Quiz
Met een aanval op welk land startte de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Denemarken
C
Frankrijk
D
Polen
Slide 4 - Quiz
Waarom had het Poolse leger geen kans in de Tweede Wereldoorlog?
A
De Sovjet-Unie viel tegelijk met Duitsland binnen
B
Ze hadden geen leger
C
De Italianen vielen tegelijk met Duitsland binnen
D
Het weer was te slecht
Slide 5 - Quiz
Noem vier landen die in 1940 werden veroverd door Duitsland.
Slide 6 - Open question
Welk land had met Duitsland een afspraak gemaakt om elkaar niet aan te vallen?
A
Sovjet-Unie
B
Groot-Brittannië
C
Verenigde Staten
D
Nederland
Slide 7 - Quiz
Noem twee redenen waarom Duitsland van de Sovjet-Unie verloor.
Slide 8 - Open question
Sleep de landen naar het juiste bondgenootschap.
Asmogendheden
Geallieeden
Duitsland
Groot-Brittannië
Verenigde Staten
Japan
Italië
Sovjet-Unie
Slide 9 - Drag question
Waarom wilde Japan een groot rijk stichten?
A
Ze wilden alle Japanners verenigen.
B
Ze aapten Hitler na.
C
Ze hadden een tekort aan grondstoffen en wilde daarom meer grondgebied.
D
Omdat het kan.
Slide 10 - Quiz
Met welke aanval begon de Tweede Wereldoorlog in Azië?
A
Aanval op Pearl Harbor, Hawaii
B
Aanval op Danzig, Polen
C
Aanval op de Grebbeberg, Nederland
D
Aanval op Jakarta, Indonesië
Slide 11 - Quiz
Waarom kom Amerika Japan niet zo makkelijk verslaan?
A
De Japanners waren de Amerikanen telkens te snel af.
B
De vloot was gesneuveld bij de aanval op Pearl Harbor.
C
De Amerikanen waren niet slim genoeg.
D
De Japanners hadden betere schepen.
Slide 12 - Quiz
Leg uit waarom de bezetting van Nederlands-Indië voor veel Indonesiërs toch een teleurstelling was.
Slide 13 - Open question
Op welke datum vond D-Day plaats?
A
6 juni 1944
B
7 juni 1944
C
6 juli 1944
D
6 juni 1945
Slide 14 - Quiz
Leg uit waarom D-Day er voor zorgde dat Duitsland sneller verslagen kon worden.
Slide 15 - Open question
Op welke twee steden gooiden Amerika een atoombom om Japan te dwingen zichzelf over te geven?
A
Tokyo en Hiroshima
B
Tokyo en Nagasaki
C
Fukushima en Tokyo
D
Hiroshima en Nagasaki
Slide 16 - Quiz
Sleep de juiste gebeurtenis naar het juiste jaartal
1939
1940
1941
1942-1943
1941
1942
6 juni 1944
30 april 1945
6 en 9 augustus 1945
Japan verovert Nederlands-Indië
Duitsland veroverd Denemarken, Noorwegen en Nederland.
Duitsland valt Polen binnen.
Slag om Stalingrad.
Duitsland valt de Sovjet-Unie aan.
Japan valt Pearl Harbor aan.
D-Day
Atoombom op Hiroshima en Nagasaki
Hitler pleegt zelfmoord
Slide 17 - Drag question
Bekijk nogmaals de leerdoelen op dia 2. Je zou na het maken van de vragen uit de les de leerdoelen moeten kunnen beantwoorden. Ga voor jezelf na of je de leerdoelen kan beantwoorden.
Geef jezelf een cijfer tussen de 1 en de 10.
Slide 18 - Poll
Klaar?
Ga dan je weektaak maken om de stof nog een keertje extra te verwerken.