Unité 1, le/la/l', les, etc. le 17 septembre

Unité 1
Classe 1 A, B et C
le 17 septembre
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unité 1
Classe 1 A, B et C
le 17 septembre

Slide 1 - Slide

marcher
gentille
macaron
école
médecin
français
jouer
élève
chat
célèbre
faux/vrai
chercher
garçon
jardin
quel
collège
espagnol
aimer
droit
chien
mignon
ça va

Slide 2 - Slide

le pays
l'hôpital
féliciter
bon appétit
le quartier
l'aéroport
un éléphant
j'habite
la fille
la ville
 faux/vrai
un ami
toi
le garçon
gentille
aussi
je m'appelle....
délicieux
bleu, blanc, rouge
un général
un mouchoir
une chanson

Slide 3 - Slide

Saluer: en chantant...
Even een filmpje:

https://www.youtube.com/watch?v=atNkI6QFZ50&list=PLa4r6fYn2puK6dEmYm8q190CHmoZAy9Wl&index=3

https://www.youtube.com/watch?v=9BgyvEXTZbk&list=PLa4r6fYn2puK6dEmYm8q190CHmoZAy9Wl
(fransejuf)

Slide 4 - Slide

We schrijven even op....
en kijken streng na: iedere letter fout = 1 fout
10 woorden: 

5 x een Frans woord, je schrijft het op in het Frans

5 x een Nederlands woord, je schrijft het op in het Frans

Zelf corrigeren, via het bord

Slide 5 - Slide

Sensibilisation Grammaire II
16 A, pag. 25

le garçon/un garçon
la fille/une fille
l'hôpital/un hôpital - l'école/une école
les vacances/des vacances

Slide 6 - Slide

Le but du programme du 17 septembre

On répète: Être + exercice 8 A,B,C,D

On apprend:     le/la/l'       un/une                    les /des
il/elle              ils/elles
exercice 16 B, C, D, 

(1.3 Lire + exercice 4 in 1C)
















Slide 7 - Slide

Au travail!

Apprendre 1, 2, 3, 4, 5

fr-ned, ned-fr
+ écrire + rijtje être

Slide 8 - Slide

Schrijf in je schrift:
je = ik                                               ils = zij
tu = jij                                               elles = zij
il = hij         
elle = zij
on = men
nous = wij
vous = u of jullie

Slide 9 - Slide

Wat kunnen/weten we na vandaag?
* groeten
* jezelf voorstellen
*een tekstje beluisteren, meelezen en vragen beantwoorden
* we kennen een wijk, een school en 4 leerlingen in Parijs
* vocabulaire + het schrijven ervan
* het onregelmatige werkwoord être
Zijn er vragen? 

Slide 10 - Slide

Oefenen met voca op ordinateur
1.10 Vocabulaire oefenen

Vocabulaire thématique: 3 manieren = 3 niveaus/sterren
Vocabulaire Lire: 3 manieren = 3 niveaus

Quizlet - Blooket - WRTS - Learnbeat - Verbuga

Slide 11 - Slide

Extra

(1B: https://enseigner.tv5monde.com/fiches-pedagogiques-fle/adomania-vies-de-collegiens)

Slide 12 - Slide

Les réponses (streng nakijken svp!)
iedere letter fout = 1 fout!
1. le quartier.  2. le pays.   3. la fille.     4. il y a.     5. comment.
1. de wijk   2. het land.   3.  het meisje.   4. er is, er zijn.   5. hoe?

1. ik woon.    2. waar?    3. de stad.       4.ook.    5. frans
1. J'Habite.  2. où?  3. la ville.   4. aussi.    5. français  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video