H1, Les C, les D, nakijken les B overhoren B

H1, Les C, les D, nakijken les B overhoren B
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H1, Les C, les D, nakijken les B overhoren B

Slide 1 - Slide

Au programme
  • Overhoren woorden B
  • Nakijken opdrachten les B
  • Les C: spreken
  • Les D: grammatica
  • Huiswerk opgeven

Slide 2 - Slide

Overhoren woorden B

1. de famillie
2. ik heb liever
3. ook
4. met
5. het zwembad
6. het hotel
7. alstublieft


8. de broer
9. de zus
10. de jongen
11. het meisje
12. groot
13. klein
14. altijd


Slide 3 - Slide

Nakijken les B, blz. 26

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Les C, blz. 30
Doornemen phrases-clés 
In tweetallen oefenen
In tweetallen oefenen met eigen naam e.d.

Opdracht 15 -> 2 kringen
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Les D: grammatica, blz. 32
Doel: je leert de juiste lidwoorden in het Frans te gebruiken.


Pak je laptop!



Slide 8 - Slide

Welke lidwoorden zijn er in het Nederlands?

Slide 9 - Mind map

Welke lidwoorden zijn er in het Frans?
Samen schema invullen op het bord.

Slide 10 - Slide

C'est parti !
  1. .......... photo   (de foto - v)
  2. .......... livre       (het boek - m)
  3. .......... garçon (de jongen - m)
  4. .......... avion    (het vliegtuig -  m)
  5. .......... filles     (de meisjes - mv)

Slide 11 - Slide

C'est parti!
  1. la photo   (de foto - v)
  2. le livre       (het boek - m)
  3. le garçon (de jongen - m)
  4. l'avion    (het vliegtuig -  m)
  5. les filles     (de meisjes - mv)

Slide 12 - Slide

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... prix (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... cousins (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 18 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 19 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le truc
A
un truc
B
une truc

Slide 20 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la photo
A
un photo
B
une photo

Slide 21 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la fille
A
un fille
B
une fille

Slide 22 - Quiz

verander het lidwoord in le, la, l' , les:
J'habite dans un hôtel.
A
le hôtel
B
la hôtel
C
l'hôtel
D
les hôtel

Slide 23 - Quiz

Maken les D
OPdr. 16 a: kies het juiste lidwoord
16 d: Kies het juiste lidwoord
16e: zet in het meervoud
17a: beantwoord
17 d: vervang le/la/l' door un/une
17e: vertaal
18: noteer 10 woorden met lidwoord



Slide 24 - Slide

Huiswerk 
Leer de woorden van E blz. 53
Maak de opdrachten t/m 18 (blz. 32-34)

Slide 25 - Slide