Lezen H4/H5
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
B
De schrijver wil informatie geven (informeren)
C
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)
Slide 5 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 6 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 7 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Een van de tekstdoelen is 'amuseren'. Noem nog eens een ander tekstdoel.
Slide 10 - Open question
Sleep het juiste tekstdoel naar het juiste plaatje.
Informeren
Amuseren
Activeren
Overtuigen
Slide 11 - Drag question
Tekstdoel: informeren
Wat voor een tekst zou dit tekstdoel kunnen hebben?
Wat voor een tekst zou dit tekstdoel kunnen hebben?
Slide 12 - Open question
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Instrueren
Amuseren
Slide 13 - Drag question
Welke vier tekstdoelen zijn er?
Geef bij elk tekstdoel een voorbeeld.
Geef bij elk tekstdoel een voorbeeld.
Slide 14 - Open question
Welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel?
timer
1:00
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren
