H1 T2 samenvattingsles

Thema 2 samenvatting
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 samenvatting

Slide 1 - Slide

Startklaar
  • Je zit rustig op je plek
  • Boek, map en etui liggen op tafel
  • Telefoon zit in het "Mobiel Home"
  • Jas is uit
  • Tas is van tafel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Samenvatten lesstof thema 2
  • oefenopgaven maken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat de belangrijkste stof voor de toets is.
  2. Je leert 'moeilijke' vragen te beantwoorden.

Slide 4 - Slide

Basisstof 1

Slide 5 - Slide

Wat is een orgaan?
Een orgaan is een deel van een organisme wat een specifieke taak uitvoert.

Organen die samen een taak uitvoeren 
noemen we een orgaanstelsel.

Slide 6 - Slide

Wat is een torso?

Torso:
je romp zonder armen 
en benen.
In je torso zitten 
bijna alle organen.

Slide 7 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 8 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 9 - Slide

Oefenvraag basisstof 1
Welke organen horen bij nummer 1 en 2?

Slide 10 - Slide

Basisstof 2

Slide 11 - Slide

Wortelstelsel
  • Hoofdwortel
  • Zijwortel
  • Wortelharen


Functies: 1. Water en mineralen uit de bodem halen, 2. plant stevig in de grond zetten en 3. reservestoffen opslaan

Slide 12 - Slide

Stengels


  • Houtachtige planten --> veel hout in de stengels
  • Kruidachtige planten --> bijna geen hout in de stengels

Functies: 1. Vervoeren van stoffen en 2. stevigheid geven aan de plant

Slide 13 - Slide

Bladeren
  • Bladsteel
  • Bladschijf
  • Nerven
  • Bladmoes

Functies: Maken van voedsel voor de plant --> FOTOSYNTHESE

Slide 14 - Slide

Vatenstelsel
  • Vaten
  • Vaatbundel

Functies: 1. water en mineralen van de 
wortels naar de bladeren brengen en 
2. glucose van de bladeren naar de rest 
van de plant brengen

Slide 15 - Slide

Oefenvraag basisstof 2
Meryem doet onderzoek naar de stevigheid van planten. Ze heeft 2 reageerbuisjes met daarin een stukje van de stengel van een plant, in de reageerbuizen zit geen water. Toch blijft de stengel van de plant in buis 2 stevig rechtop staan. 

Welk type plant hoort bij deze stengel? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Slide

Basisstof 3

Slide 17 - Slide

Weefsels van mensen
Een groep cellen 
met dezelfde vorm en 
functie = weefsel
Een orgaan bestaat uit 
verschillende weefsels. 
Cellen blijven bij elkaar 
door tussencelstof.
Kan hard of zacht zijn.

Slide 18 - Slide

Weefsels van planten

Slide 19 - Slide

Jaarringen en het cambium

Slide 20 - Slide

Jaarringen

Slide 21 - Slide

Jaarringen
Een jaarring geeft dus in feite aan hoe veel hout er is bijgekomen in een jaar. Een jonge boom is dunner dan een oude boom, dus de jaarringen binnenin zijn ouder dan de jaarringen aan de buitenkant.

Slide 22 - Slide

Oefenvraag basisstof 3
Er wordt een baby geboren die door een genetische afwijking harde tussencelstof in zijn kraakbeenweefsel heeft.

Wat is het gevolg van deze afwijking?

Slide 23 - Slide

Basisstof 4

Slide 24 - Slide

Dierlijke cellen
Membraan = soort vliesje/hoesje
Plasma = vloeistof
Cyto = ander woord voor cel

Slide 25 - Slide

Plantaardige cellen
Membraan = soort vliesje/hoesje
Plasma = vloeistof
Cyto = ander woord voor cel

Slide 26 - Slide

Oefenvraag basisstof 4
Tijdens een practicum kijk je door de microscoop naar een groep cellen. Je ziet het volgende beeld:




Waaraan kun je zien dat dit dierlijke cellen zijn?

Slide 27 - Slide

Basisstof 5

Slide 28 - Slide

De celkern
Alle genetische informatie zit in je celkern.
Elke celkern heeft dezelfde informatie.

De genetische informatie zit strak 
opgerold in chromosomen. Alle 
chromosomen samen vormen je DNA.

Elke menselijke cel heeft 23 paar chromosomen 
dus 46 chromosomen in totaal.

Slide 29 - Slide

DNA
Een code voor een specifieke 
eigenschap heet een gen.

Een erfelijke eigenschap is een 
eigenschap in je DNA die je van je 
ouders gekregen hebt.

Slide 30 - Slide

Bouw van DNA
Bestaat uit de basen A, T, C en G

A wil alleen vastbinden aan T
C wil alleen vastbinden aan G

De volgorde van de basen bepaalt
de eigenschap.

Slide 31 - Slide

Oefenvraag basisstof 5
Iemand met het Wernersyndroom heeft een lichaam dat sneller oud wordt dan normaal. Hieronder zie je twee stukjes DNA. Hoe kan het dat de ontwikkeling bij iemand met het Werner syndroom sneller gaat dan bij een gezonde persoon?

Slide 32 - Slide

Basisstof 6

Slide 33 - Slide

Celdeling

Slide 34 - Slide

Celdeling

Slide 35 - Slide

Celcyclus

Slide 36 - Slide

Stamcellen
Cellen waarvan de taak nog niet is bepaald noemen we stamcellen.

Een stamcel kan zich ontwikkelen tot een gespecialiseerde cel.
Stamcellen in een weefsel kunnen alleen het type cellen van dat weefsel maken.

Embryonale stamcellen zijn de allereerste cellen van een baby in de buik van de moeder, deze cellen kunnen nog alles worden.

Slide 37 - Slide

Extra basisstof 7
Eencellige dieren

Slide 38 - Slide

https://schooltv.nl/video/het-pantoffeldiertje-leven-in-een-vieze-sloot/#q=pantoffeldiertj
Pantoffeldiertje

Slide 39 - Slide

Amoebe
a=geen/niet, moebe=vorm

Voortbewegen van de amoebe
d.m.v. schijnvoetjes

Slide 40 - Slide

Extra basisstof 8
DNA profiel maken

Slide 41 - Slide

DNA profiel maken 

1. DNA isoleren
2. Stukjes repeterende DNA knippen
3. Vermeerderen - PCR
4. Meten - Visualiseren 
5. Vergelijken




DNA profiel

Slide 42 - Slide

Het Pantoffeldiertje

Slide 43 - Slide