Kapitel 9 herhaling grammatica

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Gutenmorgen

Was werden wir heute machen?

1. Herhalen grammatica
2. Quiz
3. opdr. 34+35+38 = in tweetallen
4. Sprachmittel doornemen
5. klaar? Slim stampen

Ziel

Ziel für diese Stunde:

1. Je kunt de het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval gebruiken.
2. Je kunt de voorzetsels met de derde naamval gebruiken.

Het persoonlijke voornaamwoord

Ned.	1e	3e
ik	ich	mir	mij
jij	du	dir	jou
hij/zij/het	er/sie/es	ihm/ihr/ihm	hem/haar/het
wij	wir	uns	ons
jullie	ihr	euch	jullie
zij/U	sie/Sie	ihnen/Ihnen	hen-hun/ U

Vragend voornaamwoord

Ned.	1e	3e	Ned.
wie	wer	wem	aan,voor, met wie?

De voorzetsels (die Präpositionen) +3

aus = uit

bei = bij

mit = met

nach = na/naar

seit = sinds

von = van/door

zu = naar (bij persoon)

Opdracht 1

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.

mij

jou

hem

jullie

haar

ons

het

hen

u

mir

uns

ihm

ihm

ihr

dir

euch

ihnen

Ihnen

Noem de 7 voorzetsels met de derde naamval

Vul de juiste vorm in:
(met wie) geht ihr zur Schule?

Vertaal:
Wir kommen gerade (van haar)

An die Arbeit

• Ga opdracht 34 + 35 +38 in tweetallen maken

klaar?

• ga verder met slim stampen!
• Sprachmittel doornemen

Komende les 6 april

• Lees - luistertoets

Bis Mittwoch!