Zoonosen les 5

Zoonosen les 5
Zoonosen les 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DiergezondheidMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Zoonosen les 5
Zoonosen les 5

Slide 1 - Slide

Hoe was de Green Barney week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze les


  • Uitleg endoparasieten
  • Uitleg ectoparasieten
  • Het zoönosen spel afmaken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Deze les
Oorzaak, symptomen en besmettingswegen opnoemen en uitleggen hoe je de ziekten kan voorkomen (preventie) van:

  • Spoelworm
  • Vlooien 
  • Mijten

Slide 4 - Slide

Spoelworm
Ziekteverwekker
Toxocara Canis of Toxocara Cati

Bijna één op de vijf Nederlanders is wel eens besmet geraakt met eitjes van deze worm.


 


Slide 5 - Slide

1. Volwassen wormen in de dunne darm leggen eitjes
2. Eitjes worden uitgescheiden via de ontlasting

3. Larven kunnen zich door de darmwand heen via het bloed door het lichaam verplaatsen
4. Besmetting pups via placenta of melk
5. De larven kunnen in de longen terecht komen, opgehoest worden en doorgeslikt
6. Die larven gaan richting de dunne darm, worden volwassen en herhalen de cyclus.

Slide 6 - Slide

Spoelworm
Besmettingsweg
Via eitjes in de ontlasting van besmette honden en katten.
Die bijvoorbeeld via de handen in de mond terecht komen.

Vooral kinderen en eigenaren van honden 
en katten grotere kans op besmetting.


 


Slide 7 - Slide

Spoelworm
Ziekteverschijnselen mens
  • Vaak merk je niks en duurt de besmetting ook niet lang.
  • Bij langdurige besmetting last van griepachtige verschijnselen

Ernstige klachten die zelden voorkomen:
  • Larven in de hersenen en ogen zorgen voor epileptische aanvallen en problemen met het netvlies






 


Slide 8 - Slide

Spoelworm
Preventie

    • Handschoenen dragen bij het opruimen van ontlasting
    • Handen wassen met water en zeep
    • Zandbak afdekken
    • Honden en katten ontwormen





     



    Slide 9 - Slide

    Slide 10 - Slide

    Vlooien
    Ziekteverwekker
    De kattenvlo (Ctenocephalides felis) komt bij kat en hond voor.

    Verschijnselen mens
    • Kleine rode plekjes vooral op armen en benen

    Bij allergie kunnen de problemen 
    ernstiger zijn:
    • meer jeuk, heftigere huidreactie en ontstekingen


     


    Slide 11 - Slide

    Vlooien
    Besmettingsweg
    • Via een besmette omgeving

    Preventie
    • Goed stofzuigen huis
    • Anti vlooien behandeling dier
    • Anti vlooien behandeling omgeving




     


    Slide 12 - Slide

    Mijten
    Ziekteverwekker
    • De schurftmijt (Sarcoptes scabiei)
    • De vachtmijt (Cheyletiella)

    Besmettingsweg
    Direct contact met besmette dieren

     


    Slide 13 - Slide

    Mijten
    De schurftmijt (Sarcoptes scabiei)

    Bij dieren:
    Kale en rode plekken, haaruitval, ernstige jeuk
    bulten en korsten

    Bij mensen:
    Vurig rode plekken die hevig jeuken.







     


    Slide 14 - Slide

    Mijten
    De vachtmijt (Cheyletiella)

    Bij dieren:
    Doffe vacht met roos en veel losse haren. 
    Uiteindelijk zit de hele vacht van de hond onder 
    de schilfers.

    Bij mensen:
    Droge, schilferige, rode plekken. Meestal geen 
    tot weinig jeuk.


     


    Slide 15 - Slide

    Mijten

    Preventie
    Hygiënische maatregelen bij contact met dieren met huidklachten. Bijvoorbeeld: handschoenen dragen, handen wassen en desinfecteren na contact, zo min mogelijk contact met het dier.

     


    Slide 16 - Slide

    Opdracht: Het zoönosen spel
    Wat: Maak deze les je spel af! Gebruik je tabel en verwerk per zoönose de: ziekteverwekker, besmettingsweg en verschijnselen mens en preventie in je spel.

    Hoe: Je werkt in de groepje en verdeeld de taken

    Hulp: Gebruik de lesbundel en steek je hand op als je een vraag hebt

    Tijd: Tot 15 minuten voor het einde van de lestijd

    Uitkomst: Je hebt alle zoönosen uit de tabel in je spel verwerkt en het spel is
                     klaar om door een ander groepje gespeeld te worden

    Klaar? Schrijf alvast je vragen op die je hebt over de stof voor de toets

    Slide 17 - Slide

    Sommige zoönosen zijn aangifteplichtig. Deze moet je melden bij het landelijk meldpunt dierziekten. Bij welke instantie hoort dit meldpunt?
    A
    NVWA
    B
    RIVM
    C
    De gemeente
    D
    GGD

    Slide 18 - Quiz

    Wat zijn vectoren?
    A
    Een ander woord voor ziekteverschijnselen bij de mens
    B
    Medicijnen om zoönosen mee te kunnen behandelen
    C
    Organismen die ziekteverwekkers overdragen tussen dieren onderling en mensen

    Slide 19 - Quiz

    Wat is de incubatieperiode?
    A
    De tijd die de ziekteverwekker buiten het dier kan leven
    B
    De tijd tussen de besmetting met de ziekteverwekker en het tot uiting komen van de eerste symptomen
    C
    De periode die de ziekteverwekker nodig heeft om zich te kunnen verspreiden

    Slide 20 - Quiz

    Wat zijn symptoomloze dragers?
    A
    Een dier dat besmet is met een ziekteverwekker maar geen ziekteverschijnselen vertoont
    B
    Een dier dat niet besmet kan raken
    C
    Een dier dat wel ziekteverschijnselen vertoont, maar niet besmet is

    Slide 21 - Quiz

    Opdracht: Het zoönosen spel
    Wat: Maak deze les je spel af! Gebruik je tabel en verwerk per zoönose de: ziekteverwekker, besmettingsweg en verschijnselen mens en preventie in je spel.

    Hoe: Je werkt in de groepje en verdeeld de taken

    Hulp: Gebruik de lesbundel en steek je hand op als je een vraag hebt

    Tijd: Tot 15 minuten voor het einde van de lestijd

    Uitkomst: Je hebt alle zoönosen uit de tabel in je spel verwerkt en het spel is
                     klaar om door een ander groepje gespeeld te worden

    Klaar? Schrijf alvast je vragen op die je hebt over de stof voor de toets

    Slide 22 - Slide

    Afsluitend spel!

    Slide 23 - Slide