Herhaling: être en avoir

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

> Ik weet het verschil tussen het werkwoord être en avoir.

> Ik kan de werkwoorden être en avoir toepassen.

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui: lundi 11 mars 2024
> Nous parlons en français
> Nous avons une explication
> Nous faisons un jeu exercices
> Les nombres

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

être = zijn
> Begint met "e"
> Sont lijkt op zijn
> Je suis = ik ben

avoir = hebben
> Begint met "a"
> J'ai = ik heb

Slide 5 - Slide

Opdracht: Vul in
1. Ik ben 
2. U heeft
3. Men heeft
4. Wij zijn
5. Ik heb
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Quoi? Eerst -> taakverdeling
Daarna -> Maak een ganzenbord voor être en avoir
Comment? In groepjes van 4
Aide? gebruik je boek
Durée? tot 11:05
Pourquoi? Om de vormen van être en avoir uit elkaar te halen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1) Als je iets wilt zeggen of vragen, steek je je vinger op.

2) Je neemt je spullen mee naar de les.

3) Je telefoon staat uit tijdens de les en is in de telefoontas.

Slide 9 - Slide

> Ik kan de werkwoorden être en avoir toepassen.

> Ik kan de getallen tot en met 20 in het Frans toepassen.

Slide 10 - Slide

Aujourd'hui: 12 mars 2024
> Nous parlons en français
> Nous faisons un jeu 
> Les nombres

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Quoi? Eerst -> taakverdeling
Daarna -> Maak een spel voor être en avoir
Comment? In groepjes van 4
Aide? gebruik je boek
Durée? tot 13:15
Pourquoi? Om de vormen van être en avoir uit elkaar te halen.

Slide 13 - Slide