H4 gedrag eindquiz

Afspraken voor de quiz:
- Iedereen doet het voor zichzelf (anders alleen werken in de aula en mis je voorbereiding op de toets).

- GEEN gepraat als de vraag op het bord staat dus
Wat te doen tijdens de quiz?
- je mag je boek open hebben

- biologieschrift open, noteer mijn opmerkingen en punten die nog gaten zijn in jouw kennis zodat je daar vanmiddag thuis naar kan kijken!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Afspraken voor de quiz:
- Iedereen doet het voor zichzelf (anders alleen werken in de aula en mis je voorbereiding op de toets).

- GEEN gepraat als de vraag op het bord staat dus
Wat te doen tijdens de quiz?
- je mag je boek open hebben

- biologieschrift open, noteer mijn opmerkingen en punten die nog gaten zijn in jouw kennis zodat je daar vanmiddag thuis naar kan kijken!

Slide 1 - Slide

Nu doen:

Voorbereiden quiz

1. Maken + lezen 4.5 & 4.6
[mierenkolonie & territorium]
2. Maken test jezelf en samengevat

Slide 2 - Slide

Een prikkel van buiten het organisme heet een ...
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 3 - Quiz

Gedrag kun je onderverdelen in kleine stukjes, hoe noem je een 'stukje' gedrag?
A
Een actie
B
Een handeling
C
Een ethogram
D
Baltsgedrag

Slide 4 - Quiz

Een ethogram waarin je gedurende een bepaalde tijd gedrag observeert heet een ....?
A
Ethogram
B
Protogram
C
Protocol
D
Timegram

Slide 5 - Quiz

NADAT je gedrag geobserveerd hebt (en een protocol ingevuld hebt) kun je dit overzichtelijk weergeven.
Welk diagram gebruik je hier meestal voor?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Tabellogram
D
Ethogram

Slide 6 - Quiz

Jij hebt een protocol gemaakt en ziet hierin dat een kraai altijd gaat vechten als een (mannelijke) soortgenoot zijn territorium binnendringt.
Wat kun je zeggen over de prikkel 'zien van een mannelijke soortgenoot' in een eigen territorium?
A
Het is een nestteritorium
B
Het is een voedselteritorium
C
Dit is aangeleerd gedrag
D
Dit is een sleutelprikkel

Slide 7 - Quiz

Welke van deze gedragingen is leren door oefenen?
A
Een jong eendje volgt zijn moeder
B
Een welp (jonge leeuw) leert door nadoen jagen
C
Door rijlessen auto leren rijden
D
Een zalm gaat ieder jaar terug naar dezelfde broedgrond

Slide 8 - Quiz

Een zuigreflex bij een jong varkentje is een voorbeeld van...?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oefenen
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag

Slide 9 - Quiz

Kwispelen bij een hond is een vorm van..... ?
A
Lichaamstaal
B
Non-verbaal gedrag
C
verbaal gedrag
D
Inprenting

Slide 10 - Quiz

Wat is een 'signaal' in de biologie?
A
Een boodschap (bv lichaamstaal)
B
Een boodschap voor soortgenoten
C
Een stoplicht springt op rood
D
Leren fietsen

Slide 11 - Quiz

(4.5!): Wat is de uitwendige prikkel waarmee mieren elkaar herkennen?
A
Voelen van het achterlichaam
B
Geur van een andere mier
C
Geklik met monddelen van een andere mier (geluid)
D
Proeven van een (suiker)druppel van een andere mier

Slide 12 - Quiz

Wolven werken vaak samen in een groep, als een wolf geen groep heeft gaat hij op zoek naar een groep om zich aan te sluiten. Bij het vinden van een groep probeert hij door onderdanig gedrag te laten zien dat hij zich wil aansluiten.
Hoe zal dit onderdanig gedrag en waarschijnlijk uit zien?
A
Kwispelen
B
Eten brengen voor de alfa
C
Oren omhoog en staart 'normaal'
D
Staart tussen zijn benen en op zijn rug liggen

Slide 13 - Quiz

(4.5) Wat doet een verkenner mier als deze voedsel vindt?
A
Ze loopt terug naar het hoofdpad en laat een geurspoor achter
B
Ze scheidt een geur uit die andere mieren naar haar toe lokt
C
Ze gaat op zoek naar soortgenoten en geeft een signaal af met haar poten

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van dit onderdanige gedrag van de wolf?
A
Hij wil laten zien dat hij geen gevaar vormt om zo kans op opname in groep te verhogen
B
Hij wil laten zien dat ze hem maar beter kunnen acccepteren!! (of anders..)
C
Dit gedrag heeft geen functie
D
Hij wil laten zien dat hij er van baalt dat hij geen groep heeft

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van een rangorde in een groep dieren?
A
Het brengt rust en stabiliteit in een groep en vergroot zo de overlevingskans
B
Het zorgt er voor dat de dominante dieren blijven leven
C
Dit is zodat dieren constant kunnen vechten om wie het (het meest) dominant wordt
D
Een rangorde heeft geen functie, alleen een pikorde heeft een functie.

Slide 16 - Quiz

Leeuwen jagen samen op prooi. Wat is de functie van samen jagen?
A
Het duidelijk maken van de rangorde
B
Het vangen van eten/prooi
C
Zodat jongen goed kunnen imiteren
D
Het vergroot de overlevingskans

Slide 17 - Quiz

Van deze 4 antwoorden zijn er 2 die een functie geven van baltsgedrag. Kies deze 2! (2 antwoorden kiezen dus)
A
Een partner kiezen
B
Energie investeren in dure versieringen (bv pauw)
C
Het vullen van je tijd als dier als je even niets te doen hebt
D
Tot paring komen

Slide 18 - Quiz

Waarom dreigen dieren vaak eerst en vallen ze niet meteen aan? (WEER: 2 antwoorden kiezen)
A
Om verwonding te voorkomen
B
Dit is aangeboren
C
Vechten kost veel meer energie dan dreigen (dus: energiebesparing)
D
Omdat dieren die dreigen vaak hun aanvaller niet aan kunnen

Slide 19 - Quiz

Wat is dreiggedrag?
A
(proberen te) laten zien wie de sterkste is zonder te vechten
B
Gedrag vertonen dat niet bij de situatie past (meteen vechten is beter!)
C
Agressie richten op iets anders (bv een takje)
D
Een boodschap voor een soortgenoot

Slide 20 - Quiz

Maaike gooit haar barbiepop hard tegen de muur nadat ze te horen gekregen heeft dat ze niet uit mag gaan vanavond.
Dit is een voorbeeld van ...
A
Dreiggedrag
B
Overspronggedrag
C
Omgericht gedrag
D
Ongericht gedrag

Slide 21 - Quiz

Een kolibri (vogel) kan op verschillende manieren laten zien dat een stukje grond zijn territorium is. Noem twee mogelijk manieren (2 antwoorden kiezen)
A
Zingen
B
Slapen
C
Dreigen
D
Eten

Slide 22 - Quiz

Scholeksters kennen individuen die 'hokkers' zijn en individuen die 'wippers' zijn. Waarom is het een voordeel om 'hokker' te zijn? (2 goed!!!)
A
De ouders kunnen samen voedsel zoeken want het jong gaat mee het wad op
B
Het voedselteritorium grenst aan het nestteritorium
C
Hokkers krijgen zo minder lichaamsbeweging
D
Hokkers krijgen zo sterkere beenspieren (maar minder sterke vliegspieren)

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 24 - Quiz

Een veilige plek om te broeden is erg nuttig. Wat zijn voordelen van een veilige broedplek? (2 goed!!!)
A
Je wordt minder snel gezien door roofdieren
B
Je hebt moeite om je nest terug te vinden
C
Je heb dan ook meteen een groter voedselteritorium
D
Je kan door de extra veiligheid meer tijd steken in baltsgedrag

Slide 25 - Quiz

Iedere vogelsoort heeft een eigen zang. Waarom zou dit zijn?
A
Iedere soort heeft een eigen signaal, zo paren ze alleen met soortgenoten
B
Dit is door toeval
C
Zodat dieren van verschillende soorten elkaar kunnen herkennen en communiceren

Slide 26 - Quiz

Er ligt een weg naast het territorium van een pad. Een pad die hard kan kwaken krijgt meer nakomelingen (kinderen) over de jaren. Waarom?
A
Hierdoor krijgt hij meer nakomelingen
B
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe en krijgt over de jaren zo meer nakomelingen.
C
Doordat hij mee kan kwaken met de auto's
D
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe

Slide 27 - Quiz

Een 'eigen' gebied van een dier noem je ook wel een .... ?
A
Territorium
B
Balts
C
Domein
D
Huis

Slide 28 - Quiz