V2 NK Kapitel 3: sprechen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen beim Deutsch Unterricht
Heute: 
Mittwoch 24 november 2021
Herbst - Woche 47

Slide 2 - Slide

Wil je de lessen terug kunnen kijken?
Vul dan deze klassencode in bij inloggen/leerling: 

BIBNJ


Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
- Wortnetz + Offene Frage
- Video (Hören und Sehen)
- Hausaufgaben: Sätze mit Umlaut 
- zusammen: 36 + 37
- zu zweit oder zu dritt: 38, 39 + 41
- Abschluß und BINGO oder FILM

Slide 4 - Slide

Am Ende dieser Unterrichtstunde
- heb ik geleerd hoe ik een gesprekje moet voeren in het Duits over schoolzaken. 
- heb ik geoefend op mijn Duitse uitspraak. 

Slide 5 - Slide

Was weißt du jetzt über "Schule"?
(auf Deutsch)

Slide 6 - Mind map

Waarom denk jij dat het handig is om te weten hoe dingen op school in het Duits genoemd worden en hoe het gaat op een school in Duitsland?

Slide 7 - Open question

Jetzt sehen wir uns einen Film mit ein paar Fragen an

Slide 8 - Slide

4

Slide 9 - Video

00:26
Wie alt ist Julia
(schreibe das Zahl in Buchstaben)

Slide 10 - Open question

00:41
das Abitur = Eindexamen

Slide 11 - Slide

00:49
Was sind Julias Lieblingsfächer ?
A
Mathe, Physik und Sport
B
Mathe, Chemie und Musik
C
Mathe, Kunst und Chemie
D
Mathe, Deutsch und Erdkunde

Slide 12 - Quiz

01:48
Hoe lang zijn de schooldagen normaal?
A
8:00 bis 15:00 Uhr
B
8:00 bis 15:30 Uhr
C
8:00 bis 13:00 Uhr
D
8:30 bis 13:00 Uhr

Slide 13 - Quiz

Hausaufgaben (zuerst die Sätze) >> Lies und erkläre
1. Ich habe meine Bücher zufällig dabei.
2. Die Übung für Niederländisch war blöd.
3. Nächste Woche schreibe ich eine Prüfung.
4. In Rumänien lernt man gerne Französisch.
5. In diesem Gebäude darf man nicht rauchen.
6. Der Junge hört Musik.
7. Das Mädchen zeichnet ein Herz.
8.  Eine 1 ist nämlich sehr gut und eine 6 ist ungenügend.



Slide 14 - Slide

 9. Da zählt man weiter.
10. In Deutschland gehen Schüler mit zehn Jahren schon in die Sekundarstufe.
 11. Sie kommen dann in die fünfte Klasse.
 12. Ein niederländisches Kind ist zwölf, wann er in die erste Klasse geht.
 13. Ein deutsches Kind geht wann er zwölf ist, schon in der siebte Klasse.
 14. Welche Fächer hast du?
 15. Wie findest du Französisch?
 16. Fährst du mit dem Bus zur Schule?
 17. Die Schule fängt um acht Uhr an.
 18. Wir müssen immer früh in die Schule gehen.

Slide 15 - Slide

Was machen wir jetzt?
- Zuerst:  machen wir zusammen Übung 36 + 37 im Buch (Seite 85+86)




  
   
   


Laat LessonUP open op een tabblad

Slide 16 - Slide

Was machen wir jetzt?
- Danach (zu zweit oder dritt)
Übung 38: vertaal eerst de vragen met behulp van de Sprachmittel / bedenk antwoorden (in Duits) en voer een klein gesprek.
Übung 39: Maak zinnen van de gegeven woorden en speel het rollenspel. 



  
   
   


Laat LessonUP open op een tabblad

Slide 17 - Slide

Was machen wir jetzt?
Übung 41:
Draai je nu om naar je voor of achterbuurman/vrouw en voer het gesprek van deze oefening met hem/haar. 
Gebruik de steekwoorden en praat over school.

Slide 18 - Slide

Zum Schluß: 
Maak een zin. Niet een uit het boek, maar gewoon helemaal zelf, dus bijvoorbeeld: 
"Am Mittwoch haben wir um halb zehn Deutsch"
Schrijf deze op in de volgende open vraag. 
Nb. benutze die Sprachmittel (Seite 86)

Slide 19 - Slide

Bilde (maak) einen deutschen Satz über das Themen Schule.

Slide 20 - Open question

Ik kan me denk ik wel redden als ik met een Duitse leeftijdgenoot over school praat.
Ja
Nee
Ongeveer, maar ik weet nog niet alles uit mijn hoofd

Slide 21 - Poll

Ik geef deze les...

Slide 22 - Poll

                                 TSCHÜSS


Viel Erfolg!
Hausaufgaben für Dienstag 30 November.
Lernen Kapitel 3: Wörter Deutsch > Niederländisch
Machen + Lesen Übung 49 + 50 (Seiten 92+93)

Slide 23 - Slide