B10: weersverwachting en Hemellichamen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

B10 Weersverwachting en Hemellichamen

Waar vind je het weerbericht?

Hoe ontstaat het weer? 

Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.

Het weer is dus plaatselijk en tijdelijk. 

Waar ontstaat het weer?

1. In de wolken
2. In de dampkring
3. Op de aarde
4. Op de evenaar

Temperatuur 

De temperatuur geeft aan hoe warm of koud het is . 

De zonnestralen bereiken de evenaar eerder. Ze zijn dan nog warm en krachtig.

Waaruit bestaan wolken?

sneeuw en/of ijs

water en/of ijs

waterdamp

krijt

Wat is neerslag?

1. Dauw, regen en sneeuw
2. Wind, storm en hagel
3. Wind, neerslag en temperatuur
4. Wind neerslag en mist

Verdieping

Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:

• Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
• Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

https://schooltv.nl/video/neerslag-hoe-ontstaat-regen-hagel-en-sneeuw/

Als vloeibaar water gasvormig water wordt dan noemen we dit condenseren.

1. goed
2. fout

Korte waterkringloop

Lange waterkringloop

Grondwater

Neerslag

Verdamping

Condenseren

nu kun je je kennis testen. 

Loefzijde

Lijzijde/regenschaduw

stuwingsregen

Regenboog

Een regenboog ontstaat 

doordat regendruppels 

het zonlicht in verschillende 

kleuren splitsen

Kleuren van de regenboog:

• Rood       • Oranje      • Geel      • Groen      • Blauw      • Violet

Regenboog

Zo'n kleurenband als in de regenboog heet ook het spectrum. 

Het (licht)spectrum heeft altijd dezelfde volgorde en bestaat uit 

Proefje: Licht breken

Nodig: 

• glas met water
• zaklamp (telefoon)
• Wit papier

 

Uitvoering 1:

1. Zet het glas water op het papier

2. Schijn met je lamp op het glas

3. Waar zie je het gebroken licht?

Uitvoering 2:

1. Vouw het papier dubbel

2. Zet het papier op tafel

3. Schijn met je lamp op het glas

4. Waar zie je het gebroken licht?

Wind

In de lucht zijn luchtdeeltjes en die zijn opzoek naar balans. 

Er moeten er overal evenveel zijn. 

Hoge druk gebied: veel deeltjes 

Lage druk gebied: weinig deeltjes

Als je nu naar buiten kijkt en de kennis van de afgelopen les gebruikt, wat kan je dan zeggen over het weer? Gebruik minimaal 5 begrippen

Einde instructie

Je kunt aan de slag met je portfolio