2 mavo - 50.1

bei Deutsch
mavo 2
2. Periode 
KW 50
Heute:
huiswerk controle
LessonUp 
Blooket

Hausaufgaben controlieren
Willkommen!
Rätsel:
Welches Eigentum wird von anderen mehr genutzt als von dir selbst?
LernZiel:
Je kent de werkwoorden haben en sein
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

bei Deutsch
mavo 2
2. Periode 
KW 50
Heute:
huiswerk controle
LessonUp 
Blooket

Hausaufgaben controlieren
Willkommen!
Rätsel:
Welches Eigentum wird von anderen mehr genutzt als von dir selbst?
LernZiel:
Je kent de werkwoorden haben en sein

Slide 1 - Slide

sectie 1 helemaal 
1. alles van de sectie overslaan
2. elke les goud maken
Zeige mir ...
Plenda mee en ingevuld
laptop
boek (NaKlar)

Slide 2 - Slide

sectie 1 helemaal 
1. alles van de sectie overslaan
2. elke les goud maken
studieplanner: zet in je plenda
KW 47
KW 48
KW 49
KW 50
KW 51
KW 2
KW 3
plenda ingevuld
lernen Seite 85
lernen Seite 85, 86
lernen Seite 85, 86, 87
lernen Seite 85, 86, 87 + Grammatik ABCDEF
wiederholen Kapitel 2
Test / Klassenarbeit


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

hebben
haben
ik heb
ich
jij hebt
du
hij/zij/het heeft
er/sie/es
wij hebben
wir
jullie hebben
ihr
zij hebben
sie
u heeft
Sie
Vervoeg het werkwoord ...
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben

Slide 5 - Drag question

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
 sein
 sein

Slide 6 - Drag question

vertaal:
139
(let op de spelling)

Slide 7 - Open question

vertaal:
257
(let op de spelling)

Slide 8 - Open question

spelling:
Uit hoeveel letters bestaan de getallen 13 tot en met 19
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 9 - Quiz

Welk pers. vnw past hier?

Die Mannschaft ist super!
... ist super
A
er
B
sie (vr)
C
es
D
sie (mv)

Slide 10 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij dit woord?

Montag
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 11 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij dit woord?

Verletzung
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 12 - Quiz

Aufträge machen
timer
5:00
alleen
tweetallen
timer
2:00
Aufträge
Maak Seite
78
vergelijk na 2 minuten de antwoorden
presenteer de antwoorden voor de klas




-
presenteren
in tweetallen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Ziel
Je kent de werkwoorden haben en sein
Hast du das Ziel erreicht?

Slide 15 - Slide

der nächste Unterricht
laptop + lader + boek mee

Woordjes leren!

Slide 16 - Slide

das Ende
Wat had jij anders gewild in deze les?
Wat vind je van het vak Duits?
Vond je vandaag iets moeilijk?
Wat was er goed aan deze les?
Heb je een tip voor iemand ?
Weet jij een goede vraag?
kies een vraag en bedenk het antwoord

Slide 17 - Slide

tschüss!                   auf Wiedersehen!

Slide 18 - Slide