Voorbereiding toets Globalisering en Wonen in NL

Voorbereiding Toets
Globalisering en Wonen in NL
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Voorbereiding Toets
Globalisering en Wonen in NL

Slide 1 - Slide

AK-vaardigheden
Schaalniveau's 
Dimensies
Lokaal
Sociaal-cultureel
Regionaal
Politiek
Nationaal
Economisch
Continentaal
Demografisch
Mondiaal
Fysisch
Komt 100% terug in alle examens!

Slide 2 - Slide

Domein B: Wereld 
Programma les: 
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 3 - Slide

Welk woord hoort bij deze definitie:
Verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied of binnen bevolkingsgroepen.
A
Globalisering
B
Diffusie
C
Global village
D
Blokvorming

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort bij deze definitie:
Alle schakels in het productieproces, vanaf het winnen van de delfstoffen of het voortbrengen van de landbouwproducten tot aan de verkoop van de eindproducten.
A
Afstandsverval
B
Fragmentarische modernisering
C
Productieketen
D
Nieuwe internationale arbeidsverdeling

Slide 5 - Quiz

Welk woord hoort bij deze definitie:
De index van de menselijke ontwikkeling of de human development index is een samengestelde indicator die het bnp per inwoner, het analfabetisme, het onderwijs en de levensverwachting in een land weergeeft.
A
BBP
B
Spreadeffect
C
Globaliseringsindex
D
VN-Ontwikkelingsindex

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen een transnationaal en een mondiaal netwerk?
A
Transnationaal is tussen meerdere verschillende landen, mondiaal is de hele wereld.
B
Transnationaal is tussen twee landen, mondiaal is de hele wereld.

Slide 7 - Quiz

Wie heeft de wereldsysteem theorie bedacht?
A
Marx.
B
Köppen
C
Wallerstein
D
Wegener

Slide 8 - Quiz

Welke drie landen/gebieden horen bij de triade?
A
Canada, Taiwan en Europa
B
VS, Taiwan en Europa
C
VS, Canada en Japan
D
VS, Japan en Europa

Slide 9 - Quiz

In de toekomst zal het politieke en economische zwaartepunt verder gaan verschuiven. Dit heet de global shift. Waar zal het zwaartepunt heen gaan?
A
Westen van Azië
B
Oosten van Azië
C
Zuid-Amerika
D
Noord Afrika

Slide 10 - Quiz

Welk begrip past bij dit plaatje?

Slide 11 - Open question

Wat is de afkorting van bedrijven die wereldwijd vestigingen hebben?

Slide 12 - Open question

Welk woord hoort bij deze definitie:
Samenhanged geheel van verkeers- en communicatieknooppunten en de onderlinge verbindingen als spoorlijnen, wegen en pijpleidingen.
A
Hub en spokenetwerk
B
Mondiaal Knooppunt
C
Migrantennetwerk
D
Stedelijke geleding

Slide 13 - Quiz

Welk woord hoort bij deze definitie:
Het proces van opwaardering van een verarmde wijk op sociaal, cultureel en economisch gebied door instroom van kaptiaalkrachtige nieuwe bewoners, waarbij de armlastige bewoners uit het stardsdeel worden verdreven.
A
Edge city
B
Sociale polarisatie
C
Gentrification
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 14 - Quiz

Kosmopolitisme
Metropool
Hub en spokenetwerk
Creatieve stad 
Wereldstad waarin alle stedelijke functies vertegenwoordigd zijn en die een belangrijke functie vervult voor een uitgetrekt gebied of land. 
Stad met relatief sterke vertegenwoordiging van de creatieve sector. 
Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen (meer dan je nationale/regionale identiteit) 
Samenhangend geheel van verkeers- en communciatieknooppunten en verbindingen. 

Slide 15 - Drag question

Als je de dimensies Economie, Cultuur en Politiek moest verdelen over de drie steden. Hoe zou je ze dan verdelen? 
Washington
Los Angeles
New York
Economie
Politiek
Cultuur

Slide 16 - Drag question

Examenvraag 1
Lees de bron: 

Slide 17 - Slide

Geef aan dat de huidige handelsrelatie tussen Groot-Brittannië en India
niet meer past in de traditionele centrum-periferieverhoudingen.

Slide 18 - Open question

Examenvraag 1 - Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat bedrijven uit een perifeer / voormalig
koloniaal land, eigenaar zijn geworden van bedrijven uit een centrumland
(terwijl dat in de traditionele centrum-periferieverhoudingen juist andersom
was).

Slide 19 - Slide


In het verleden hebben veel Britse bedrijven hun callcenters en helpdesks
verplaatst naar India. De laatste jaren halen zij deze werkzaamheden
vaak weer terug naar Groot-Brittannië.
Geef twee redenen waarom Britse bedrijven dit doen.

Examenvraag 2

Slide 20 - Open question

Examenvraag 2 - Antwoord
Juiste redenen zijn:
− Het verschil tussen de lonen in Groot-Brittannië en India is minder groot geworden.
− De afhandeling van vragen / administratie / serviceverlening is efficiënter / beter wanneer dit in het eigen land gebeurt.
− In Groot-Brittannië zijn regio’s met een relatief hoge werkloosheid.

Slide 21 - Slide

Domein C: Aarde
Programma les:
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 22 - Slide

Domein D: Zuid-Amerika
Programma les:
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 23 - Slide

Domein E: Leefomgeving
Programma les:
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 24 - Slide

Domein E: Leefomgeving
Onderdeel 1: Water 

Slide 25 - Slide

Op sommige plaatsen is de duinenrij weg. Welke soort verdediging is dan nodig?
A
een eilandenrij
B
dynamische kustverdediging
C
zachte kustverdediging
D
harde kustverdediging

Slide 26 - Quiz


Op de foto zie je?
A
Strandsuppletie
B
Zandmotor
C
Vooroeversuppletie
D
Harde kustverdediging

Slide 27 - Quiz

Hier mengt zoet water met zout water
A
Waddenkust
B
Estuarium
C
Duinkust
D
Harde kust

Slide 28 - Quiz

Kenmerkend voor wadden is ...
A
veel sedimentatie en ze vallen droog
B
veel sedimentatie en altijd onder water
C
veel erosie en ze vallen droog
D
veel erosie en altijd onder water

Slide 29 - Quiz

Welke stap in de drietrapsstrategie hoort bij: het aanleggen van noodoverloopgebieden?
A
vasthouden
B
bergen
C
afvoeren

Slide 30 - Quiz

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 31 - Quiz

winterbed
binnendijks
buitendijks
zomerdijk
winterdijk
zomerbed
krib
uiterwaard

Slide 32 - Drag question

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 33 - Drag question

Welke dijk is hoger?
A
Winterdijk
B
Zomerdijk

Slide 34 - Quiz

Examenvraag 1
Lees de bron: 

Slide 35 - Slide

Domein E: Leefomgeving
Onderdeel 2: Stad

Slide 36 - Slide

Wat is een Vinexwijk?
A
nieuwbouw ver van de stad
B
nieuwbouw dichtbij de stad
C
oude vieze wijken
D
een woonwijk

Slide 37 - Quiz

Wat is geen overeenkomst tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
Kan dienen als oplossing voor verkrotting
B
er vindt renovatie plaats
C
er vindt sanering plaats
D
Er komen mensen met hogere inkomens wonen

Slide 38 - Quiz

Wat is sociale cohesie?
A
concurrentie
B
discriminatie
C
samenhang
D
veiligheid

Slide 39 - Quiz

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 40 - Drag question

Nog meer voorbereiden?
Dit zou je kunnen doen:
  • Lees samenvattingen door of maak je eigen samenvatting
  • Maak de oefenopgaven in je samenvatting boek en oefenboek.
  • Bekijk video's op youtube, bijvoorbeeld van "Aardrijkskunde kennisclips" of  "Digistudies"

Slide 41 - Slide

Dit was het einde van deze les waarin we ons hebben voorbereid op de reparatietoets. Heb je hier wat aan gehad? Geef een cijfer!
(op de volgende slide mag je tips geven!)
010

Slide 42 - Poll

Time for feedback!
Is er nog een tip die je mij mee zou willen geven over deze les of de komende examentrainingen?
(Een onderwerp wat je meer wilt oefenen, een manier van oefenen/leren, etc.)

Slide 43 - Open question