fotogedicht

Poëzie in beeld
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Poëzie in beeld

Slide 1 - Slide

poëzie versus beeld
Poëzie kan beelden of gevoelens en associaties oproepen. Fotografie kan ook gevoelens en associaties oproepen, en kan zelfs tot poëzie leiden. 

Vandaag leer je hoe beeld je kan helpen om poëzie te schrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Leren associëren
Welk(e) woord(en) roepen de volgende beelden bij je op? 
Ik tel tot 3. Benoem dan wat als eerste bij je opkomt. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

bedenk nu drie woorden bij elk beeld
en typ dat in!

Slide 7 - Slide


timer
0:30

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


timer
0:30

Slide 11 - Open question


timer
0:30

Slide 12 - Open question

Is groente altijd een plant?

Kan groente uitgroeien tot een bloem?

Wat is het verschil tussen groente en fruit. 



Slide 13 - Slide

Beeldopdracht: pak je telefoon
Bedenk een plek (of voorwerp) op school die je wilt fotograferen. 
Je krijgt 5 minuten de tijd om deze plek of het voorwerp vanuit verschillende hoeken vast te leggen.

Slide 14 - Slide

Observatie van feiten
  • Schrijf jouw plek of voorwerp op een A4-blaadje. 

Wat observeer je?
  • Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen. Denk aan feitelijke gegevens (kleur, formaat, grootte, vorm, rondingen et cetera).
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Verplaats jezelf
Wees die plek of dat voorwerp op je foto. Hoe voel je je? Bijvoorbeeld: gewaardeerd, eenzaam, blij, populair, alleen, zen/rustig, bang, bedroefd et cetera.


Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen.


timer
3:00

Slide 16 - Slide

Poëzieopdracht
Schrijf een gedicht van minimaal 5 regels. 
We kiezen voor de vrije versvorm: je mag rijmen, maar bent het niet verplicht.

Maak een één pagina in Word/ Canva/ PPt met je foto en het gedicht.
Volgende les dragen we onze gedichten voor. 

Slide 17 - Slide

De voordracht
Wat is je opgevallen/bijgebleven aan dit gedicht?
Welke regel is je bijgebleven?

Slide 18 - Slide