3.1: Amsterdam stapelmarkt van de wereld (2)

3.1: Amsterdam stapelmarkt van de wereld
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1: Amsterdam stapelmarkt van de wereld

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Terugblik vorige les: wat heb je geleerd?
  • uitleg 3.1
  • Aan de slag met het maken van opdrachten
  • Beantwoorden van de deelvraag

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je 2 redenen geven waarom mensen naar Amsterdam verhuisden.
... kun je uitleggen hoe het kwam dat Amsterdam de positie van Antwerpen overnam.
... kun je uitleggen hoe de landbouw veranderde
... kun je je kennis over verschillende oorzaken en gevolgen toepassen in opdrachten.

Slide 3 - Slide

De vorige les ging over....

Slide 4 - Mind map

Wat zijn dit? Wie gingen hier wonen?

Slide 5 - Open question

Waar is dit (hoe heet de wijk) Wie gingen hier wonen en werken?

Slide 6 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat het begrip: Moedernegotie betekende

Slide 7 - Open question

Wat weet je over de Oostzee handel?

Slide 8 - Open question

Vervolg 3.1: 

Slide 9 - Slide

Amsterdam barst uit zijn voegen:
  • Amsterdam gebruikt Antwerpen als voorbeeld
  • Antwerpers kopen bijv. Wol in Engeland, bewerken de wol en exporteren deze bewerkte stoffen weer. Hiermee maken ze veel winst.
  • We noemen dit: handelskapitalisme

Slide 10 - Slide

Amsterdam barst uit zijn voegen:
  • in 1585 nemen de Spanjaarden Antwerpen over, de Republiek veroverd de monding van de Schelde en sluit deze af voor handelsverkeer. 

Slide 11 - Slide

Amsterdam barst uit zijn voegen:
  • Veel mensen vluchten vanuit Vlaanderen (België ) naar de Republiek uit angst voor vervolging (op basis van hun geloof) of gebrek aan werk.
  • Veel vluchtelingen vestigen zich in Amsterdam, zij brengen kennis, kapitaal en handelsnetwerken mee. 
  • Ook uit Duitsland kwamen godsdienstige en economische vluchtelingen (mensen die op zoek zijn naar werk)
  • De bevolking groeit hierdoor

Slide 12 - Slide

Waag en Beurs:
  • Waag: Hier kon je je koopwaar laten wegen
  • Beurs: Hier kon je handel drijven. 

Slide 13 - Slide

Specialisatie en commerciële landbouw:
  • Ambachtslieden in steden gingen voor de export werken, sommige steden specialiseerden zich in één tak van nijverheid. voorbeeld: Leiden en Haarlem werden echte textiel steden.
  • Via Amsterdam kwam er genoeg graan binnen, boeren gingen zich specialiseren. Ze produceerden melk, boter, kaas en vlees voor de hele Republiek en voor de export.

Slide 14 - Slide

Specialisatie en commerciële landbouw:
  • In de hele Republiek gingen boeren marktgericht produceren. Dit noemen we commerciële landbouw
  • Om aan de vraag naar grond te voldoen werden er door inpoldering akkers gewonnen.
  • Nederland stond aan het begin van een lange periode van voorspoed en welvaart, een Gouden Eeuw 

Slide 15 - Slide

Vaardigheid: Oorzaak en gevolg
  • Oorzaak: Waarom iets gebeurd.
  • Gevolg: Wat volgt op de oorzaak
  • soorten: politieke of militaire, economische, godsdienstige, korte en lange termijn, bedoelde en onbedoelde. 

Slide 16 - Slide

Aan de slag:
  • Bekijk het filmpje over de Beemster en maak de Quiz (link op volgende dia)
  • Lees de rest van de theorie van deze paragraaf goed door
  • Maak uit je werkboek de volgende opdrachten: blz 64 & 65: opdr. 6,7,8,11 
  • Geef tot slot een antwoord op de deelvraag en lever dit antwoord in op dia 19 van deze les in LessonUp 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Antwoord op de deelvraag: Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek?

Slide 19 - Open question