Periode 4 leesvaardigheid les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

welkom klas 2

wie maakt je brood dat je mee naar school neemt?

1. moeder/vader
2. jijzelf

raadgedicht

welke woord vind jij passen in het rode vlak?

Onthoud het woord even, schrijf het op de volgende slide...

welk woord vind jij passen in het rode vlak?

planning van vandaag

vooruitblik: opdracht AK (2 min)

terugblik; leesvaardigheid (5 min)

uitleg tekststructuren (10 min) 

aan de slag (50 min)

vooruitblik

• tot meivakantie: schrijfopdracht in samenwerking met AK (één van de smiley opdrachten)
• na de meivakantie: verwerkingsopdracht leesboek 3

 

terugblik

onderdelen leesvaardigheid t/m blok 6

nu inzetten om zelf te schrijven

leesvaardigheid wat is bruikbaar bij een schrijfopdracht?

betrouwbare informatie, bron

doelgroep/leespubliek

onderwerpen verkennen , deelonderwerpen formuleren

opbouw tekst; wordt nu schrijfplan maken

samenhang tussen alinea's, verwijswoorden en signaalwoorden

5W en H vragen stellen bij het onderwerp

Leesvaardigheid tot nu toe

1. leesmanieren/leesstrategieën

2. tekstopbouw; inleiding, middenstuk, slot

3. tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen, publiek

4. signaalwoorden en zins- en alineaverbanden 

5. betrouwbare bronnen

Je hebt leerstof gelezen en opdrachten gemaakt. Heb je vragen?

tekst structuren

tekststructuur ook in de opdracht AK

1. inleiding: belangstelling wekken van de lezer. Je wilt graag dat de lezer doorleest en nieuwsgierig is naar de rest van jouw stuk. 
2. middenstuk:  de hoofdgedachte uitwerken per alinea of groepje alinea’s. Dat doe je door deelonderwerpen uit te werken.
3. slot: afsluiting van de tekst. Dat kun je doen op verschillende manieren. Belangrijk: nooit nieuwe informatie in het slot.

Let op: inleiding, middenstuk en slot worden gescheiden door een witregel.

Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent omdat je daardoor de tekst beter begrijpt, maar je moet ze ook zelf kunnen toepassen. Deze structuren geven antwoord op een aantal vragen. Die vragen werk je altijd eerst uit in een schrijfplan. Als je jouw schrijfplan goed uitgewerkt hebt, dan heb je antwoord op de onderstaande vragen (passend bij de door jou gekozen opdracht):

Welke tekststructuur zou passen bij opdracht AK: opiniestuk?

1. verklaringsstructuur
2. vraag-antwoordstructuur
3. probleem-oplossingstructuur
4. argumentatiestructuur

tekststructuur opdracht AK

Argumentatiestructuur (opinie)

Inleiding: standpunt; schrijf wat je vindt

Middenstuk: argument(en) (voor en tegen met weerlegging) voor je standpunt; geef uitleg en voorbeelden als ondersteuning

Slot: herhaling standpunt

Welke tekststructuur zou passen bij opdracht AK: landenvergelijking?

1. verklaringsstructuur
2. vraag-antwoordstructuur
3. probleem-oplossing structuur
4. verleden/heden/ toekomststructuur

tekststructuur opdracht AK

Probleem – oplossingsstructuur (vergelijking)

Inleiding: probleem

Middenstuk: oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen; per land uitwerken?

Slot: de beste oplossing

aan de slag

kijk filmpjes om je geheugen op te frissen, lesson up lessen van vorige lessen

 opdracht 1: betrouwbare bronnen

opdracht 2: schrijfplan maken

inleveren via Magister>Elo>opdrachten

aan de slag

uit de lesmethode:

bestuderen werkwijzer Schrijven

maken opdrachten die horen bij

- schrijven blok 1: voorbereidingen op schrijven en taalverzorging

- schrijven blok 2: opdrachten schrijfplan en taalverzorging

- schrijven blok 4: opdrachten uiteenzetting

In de volgende slides vind je filmpjes met uitleg. Kijk die wanneer je je kennis wilt opfrissen.

leesstrategieën of leesmanieren

tesktopbouw

tekstdoelen en tekstsoorten

signalen en verbanden

doelgroep/publiek

kernzinnen