Paragraaf 5.1 Nieuwe steden

Paragraaf 5.1 Nieuwe steden
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.1 Nieuwe steden

Slide 1 - Slide

Lezen
Basis: blz 110/112 en stukjes A tm D.
Kader/Mavo: blz  72/73, alle stukjes. 
Havo: blz 84, stukje meer handel, goed plek voor een stad, blz 86, stukje stadsrechten en stadsbestuur.

Slide 2 - Slide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 3 - Slide

Van welk rijk was Clovis de koning?
A
Friezen
B
Franken
C
Saksen
D
Vandalen

Slide 4 - Quiz

Wie stond er bovenaan in het leenstelsel?
A
Leenheer
B
Leenman
C
Achterleenman
D
Horige

Slide 5 - Quiz

Uit welke landen kwamen de Vikingen?
A
Noorwegen, Duitsland en Denemarken
B
Zweden, Ierland en IJsland
C
Noorwegen, Denemarken en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 6 - Quiz

In welke stad ontstaat de islam?
A
Medina
B
Istanbul
C
Moskou
D
Mekka

Slide 7 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 8 - Slide

We gaan bezig met het tijdvak steden en staten. We laten de tweede helft van de middeleeuwen beginnen in het jaar 1000. De middeleeuwen eindigen in het jaar 1500.. 

Slide 9 - Slide

Verbeteringen
Tijdens de eerste helft van de middeleeuwen werd het drieslagstelsel uitgevonden. Een stuk landbouwgrond werd verdeeld in 3 stukken. 1 stuk werd verbouwd met zomergraan, 1 met wintergraan en 1 stuk lag braak. 
Door het drieslagstelsel ging de voedselproductie omhoog. 

Slide 10 - Slide

Nog meer verbeteringen
In de tweede helft van de middeleeuwen werd de landbouw nog meer verbeterd. Boeren gingen hun land bemesten, het Arabisch halsjuk werd gebruikt en boeren gingen paarden voor de ploeg spannen ipv ossen.

Slide 11 - Slide

Gevolgen
Door de verbeteringen ging de voedselproductie omhoog. Niet iedereen hoefde zich meer bezig te houden met de landbouw. Boeren hielden voedsel over om te verkopen op de markt. 
Of zich gaan specialiseren in een ander vak. 

Slide 12 - Slide

Beroepen ontstaan
Tijdens de middeleeuwen gaan mensen zich specialiseren in een vak. Er ontstaan verschillende beroepen. Op de afbeeldingen hiernaast zie je bakker, bierbrouwer, melkveehouder en kleermaker.

Slide 13 - Slide

Meer handel
Door de overschotten in de landbouw en de specialisatie van boeren in een ander vak ontstond er meer handel. Ook was het veiliger geworden in Europa. De Vikingen waren gestopt met plunderen.

Slide 14 - Slide

Een plek voor handel
Om hun producten te verkopen zochten boeren en handelaren naar een goede plek waar veel mensen kwamen. Een plek bij een kruispunt van wegen, kasteel, rivier of een combinatie hiervan was geschikt. Daar ontstonden steden. Inwoners van steden noemden zich burgers.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Nieuwe steden
De nieuwe steden ontstonden op het gebied van een heer. Vaak was dit een graaf of hertog. De graaf of hertog was de baas over het hele gebied. Dus ook in de stad. In middeleeuwen ontstonden er in het hertogdom Gelre een heleboel steden. 

Slide 17 - Slide

Belasting en bestuur
De nieuwe steden moesten belasting betalen aan de heer. De heer ging ook over de rechtspraak en bestuur. Dit duurde soms heel erg lang. De inwoners van de stad wilden hun eigen bestuur. 
Hier boven een maquette van de stad Zutphen in 1180. De stad lag in Gelre aan de rivier de IJssel. De stad groeide in de Middeleeuwen uit tot een middelgrote stad. In 1191 kreeg de stad stadsrechten van graaf Otto. 

Slide 18 - Slide

Stadsrechten
Met stadsrechten mocht een stad zichzelf besturen, rechtspreken, een markt organiseren en een stenen stadsmuur bouwen. 
Stadsrechten kreeg men van de heer in ruil voor een flinke vergoeding. 

Met stadsrechten bouwde Zutphen een echte muur en een slotgracht. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Appingedam
In  de provincie Groningen zijn er twee steden die tijdens de middeleeuwen stadsrechten kregen: Groningen en Appingedam. 
Appingedam kreeg in 1327 stadsrechten.
In Appingedam wordt op deze historische plek elk jaar een 'Middeleeuwse' markt georganiseerd. 

Slide 21 - Slide

Stadsbestuur
Een stad met stadsrechten mocht zichzelf besturen. De schout, schepenen en de burgermeester bestuurden de stad. De schout was de baas van de rakkers, dat is een soort politie. De schout was ook de baas van de schepenen. De schepenen bepaalde de straf van een misdadiger.

Slide 22 - Slide

Stadsbestuur
De burgermeester was de baas van de stadsraad. Zij beslisten over bijvoorbeeld belasting, verdediging en markten. De leden kwamen uit de rijkere families. 
Het stadsbestuur mocht zich niet met godsdienst bemoeien. Dat mocht alleen de bisschop doen.
De macht in middeleeuwse steden was vaak in handen van de rijkere families. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 25 - Slide

Wat is geen verbetering in de landbouw tijdens de middeleeuwen?
A
Arabisch halsjuk
B
Houten ploeg
C
Drieslagstelsel
D
Bemesten

Slide 26 - Quiz

Welk gevolg hadden de verbeteringen in de landbouw?
A
Meer voedsel, meer mensen nodig in de landbouw
B
Minder voedsel, minder mensen nodig in de landbouw.
C
Meer voedsel, minder mensen nodig in de landbouw
D
Geen gevolgen

Slide 27 - Quiz

Welke beroepen ontstaan er tijdens de Middeleeuwen?
A
Boer en piloot
B
Bierbrouwer en kleermaker
C
Stratenmaker en duiker
D
Piloot en horlogemaker

Slide 28 - Quiz

Waardoor ontstond er meer handel tijdens de Middeleeuwen?
A
De Vikingen stopten met hun aanvallen en landbouwoverschotten
B
Mensen waren bang voor de Vikingen
C
Landbouwoverschotten en mensen wilden van hun spullen af
D
Dat moest van de heer

Slide 29 - Quiz

Waar ontstonden in de Middeleeuwen geen steden?
A
Bij een rivier
B
Een kruispunt van wegen
C
Een kasteel
D
Onveilige plek

Slide 30 - Quiz

Wat mocht een middeleeuwse stad met stadsrechten niet doen?
A
Een markt organiseren
B
Een stadsmuur bouwen
C
Rechtspreken
D
Zich met godsdienst bemoeien

Slide 31 - Quiz

Wat was de rol van een schout in de middeleeuwse stad
A
Hij gaf leiding aan de rakkers en ging over de veiligheid in de stad
B
Hij was de baas over de markt.
C
Hij was de baas over de kerk of kathedraal
D
Hij gaf leiding aan het stadsbestuur en de burgermeester

Slide 32 - Quiz

Wat is waar over een middeleeuws stadsbestuur?
A
Ze werden democratisch gekozen, uit arm en rijk
B
Ze mochten zich alleen maar bezig houden met rechtspraak
C
Ze moesten elke dag overleggen met de graaf of hertog
D
De leden kwamen uit de rijke families uit de stad

Slide 33 - Quiz

En nu?
1. Ga rustig aan de slag met de vragen van Feniks online.
2. Werken aan de maquette.

Slide 34 - Slide