Taal groep 5 thema 3 les 6

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 5

Taal Actief

groep 5 thema 3 les 6

Kies de goede betekenis bij het woord:
"de stemming"

1. hoe je je voelt
2. over een tijdje
3. een uitstapje waarbij je iets leert
4. afsluiten

Kies de goede betekenis bij het woord:
"inmiddels"

1. hoe je je voelt
2. in de tussentijd
3. een uitstapje waarbij je iets leert
4. afsluiten

Kies de goede betekenis bij het woord:
"de excursie"

1. hoe je je voelt
2. over een tijdje
3. een uitstapje waarbij je iets leert
4. afsluiten

Kies de goede betekenis bij het woord:
"afzetten"

1. hoe je je voelt
2. over een tijdje
3. een uitstapje waarbij je iets leert
4. afsluiten

Kies de goede betekenis bij het woord:
"in de fik staan"

1. bang zijn dat iets fout gaat
2. blussen
3. iets leuks wat je kunt doen of zien
4. in brand staan

Kies de goede betekenis bij het woord:
"de attractie"

1. bang zijn dat iets fout gaat
2. blussen
3. iets leuks wat je kunt doen of zien
4. in brand staan

Hoe kijkt dit poppetje?

1. blij
2. uitgelaten
3. droevig
4. bezorgd

Hoe kijkt dit poppetje?

1. blij
2. uitgelaten
3. droevig
4. bezorgd

Welke attractie zie je hier?

1. de achtbaan
2. de zweefmolen
3. de wildwaterbaan
4. het spookhuis

Welke attractie zie je hier?

1. de achtbaan
2. de zweefmolen
3. de wildwaterbaan
4. het spookhuis

Welke attractie zie je hier?

1. de achtbaan
2. de zweefmolen
3. de wildwaterbaan
4. het spookhuis

Welke attractie zie je hier?

1. de achtbaan
2. de zweefmolen
3. de wildwaterbaan
4. het spookhuis