Procenten : Les 3 Rekenen met procenten

Procenten

Les 3: Rekenen met procenten

De volgende slides bevatten instructies voor de docent:

Slides: 2,4,6,8,10 en 12

Instructie docent Procenten les 3a Rekenen met procenten

Maak in Learnbeat van les 3:

Opgaven : 1,2,3

Instructie docent Procenten les 3b Rekenen met procenten

Maak in Learnbeat van les 3:

Opgaven: 4, 5 en 6

Instructie docent Procenten Les 3c Rekenen met procenten

Maken in Learnbeat van les 3

Opgaven: 7a,7b, 8 en 9

Instructie docent Procenten les 3d Rekenen met procenten

Maak in Learnbeat van les 3

Opgaven : 10 en 11

Instructie docent Procenten les 3e Rekenen met procenten

Maak in Learnbeat van les 3 

Opgaven: 12, 13 en 14

Instructie docent Procenten les 3f Rekenen met procenten

Maak in Learnbeat van les 3

Opgaven: 15, 16 en 17

Einde les 3

Ga verder met LessonUp!

1

6

3

7

5

2

4

1

3

6

2

4

5

7

Tekst

1

3

6

7

1

6

5

5

2

4

3

2

4

7

25

20

4

80

4

20

5: 15 = 3

15 : 5 = 3 

15 : 5 = 3

100 : 5 =20

100 : 20 = 5

20

5

10% van de leerlingen is ziek.
In totaal zijn er 70 leerlingen.
Reken uit en kies het juiste antwoord.

1. 10 x 70 = 700
2. 7 x 10 = 70
3. 70 : 10 = 7
4. 10 x 7 = 70

25% van de paaseitjes in een zak is wit.
In de zak zitten 28 paaseitjes.
Hoeveel paaseitjes in de zak zijn wit?
Reken uit en kies het juiste antwoord.

1. 28 : 7 = 4
2. 28 : 4 = 7
3. 7 x 4 = 28
4. 4 x 7 = 28

Mahir koopt een televisie.
Hoeveel delen van de cirkel
moeten er gekleurd
worden?

Jef koopt de pet en krijgt 25% korting.
Hoeveel korting krijgt Jef?
Reken uit en kies het juiste antwoord.

1. 4 x 4 = 16
2. 16 : 25 = 0,64
3. 16 x 25 = 400
4. 16 : 4 = 4

Sylvia koopt een broek en
krijgt 10% korting.
Hoeveel euro korting krijgt Sylvia?
Kies het goed antwoord

1. 70 : 10 = 7
2. 10 x 70 = 700
3. 70 : 7 = 10
4. 70 - 10 = 60

Ria koopt het parfum.
Het parfum kost normaal €24.
Hoeveel euro korting krijgt Ria?
Welk antwoord is goed?

1. 24 : 25 = 0,96
2. 24 : 4 = 6
3. 25 : 4 = 6,25
4. 24 : 6 = 4

Wesley koopt de stoel en
krijgt 50% korting.
Hoeveel moet Wesley betalen?
Welke berekening is juist?

1. 60 : 5 = 12 60 - 12 = 48
2. 60: 2 = 30 30 + 30 = 60
3. 60 : 2 = 30 60+ 30 = 90
4. 60 : 2 = 30 60 - 30 = 30

Peter koopt de lamp en
krijgt 25% korting.
Hoeveel moet Peter betalen?
Welke berekening klopt?

1. 36 : 4 = 9 36 + 9 = 45
2. 36 : 4 = 9 36 - 9 = 27
3. 36 : 9 = 4 36 - 4 = 32
4. 36 : 9 = 4 36 + 4 = 40

Evi koopt de theepot.
De theepot kost normaal €25.
Hoeveel moet Evi betalen?
Welke berekeningen en antwoorden horen hierbij?

Einde 

Les 3:  Rekenen met procenten