This lesson contains 26 slides, with text slides and 4 videos.
Je kunt de toonhoogte van bijvoorbeeld snaarinstrumenten heel makkelijk veranderen.
Een dikke snaar geeft bijvoorbeeld een lage toon en een dunne snaar een hoge toon. Ook kun je een toon veranderen door een snaar korter te maken. De toon wordt dan hoger.
Als je tijdens het stemmen een snaar strakker aantrekt krijg je een hogere toon. Maak je hem losser, een lagere toon.
Bij blaasinstrumenten maak je tonen door een kolom lucht in het instrument te laten trillen.
Als je een andere toon wilt, maak je de luchtkolom korter of langer. Dit doe je door de gaten te bedekken of open te maken met je vingers.
Wat betekent het woord frequentie?
Hoe vaak iets gebeurt!
Om de hoogte van tonen te kunnen vergelijken tel je hoeveel trillingen een instrument in 1 seconde maakt. Het aantal trillingen in 1 sec noem je de frequentie.
De frequentie meet je in Hertz.