Het btw-budget

BTW aangifte!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Financieel 2MBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BTW aangifte!

Slide 1 - Slide

Vandaag doen we:
  1. BTW kennis opfrissen
  2. BTW-budget
  3. liquiditeitsbegroting en BTW
  4. BTW aangifte formulier

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:

  • Hoe je de te betalen BTW berekent
  • Hoe je de voorbelasting berekent
  • Hoe je de af te dragen BTW berekent 

Slide 3 - Slide

BTW staat voor:
A
Bruto Toegevoegde Waarde
B
Bruto Toegevoegde Winst
C
Belasting Takel Wagens
D
Belasting Toegevoegde Waarde

Slide 4 - Quiz

Welk tarief bestaat niet in Nederland?
A
6%
B
21%
C
0%
D
btw vrijgesteld

Slide 5 - Quiz

BTW Tarieven
  1. BTW hoog tarief: 21%. Bijna alle producten en diensten vallen onder dit tarief. Fietsen, telefoons, laptops, kleding 
  2. BTW laag tarief: 9%. Denk aan voedingsmiddelen, water, geneesmiddelen en boeken
  3. BTW 0%: Dit tarief hanteer je wanneer je goederen levert aan het buitenland (export).
  4. BTW vrijgesteld: deze goederen/diensten zijn vrijgesteld van BTW. Denk aan onderwijs, zorg, kinderopvang, uitvaartondernemers

Slide 6 - Slide

Waar gaat de BTW naar toe?
A
Ondernemer
B
Belastingdienst
C
Fiscus
D
De klant

Slide 7 - Quiz

De liquiditeitsbegroting
Alle bedragen op de liquiditeitsbegroting zijn inclusief btw. Immers, dit zijn de bedragen die je ontvangt of over moet maken. 
De afdracht van deze btw komt op de btw-aangifte. 

Slide 8 - Slide

Het btw-budget
Op het btw budget staat een overzicht van alle btw die je hebt ontvangen van je klanten, en een overzicht van alle btw die je hebt betaald. 
Deze twee mag je met elkaar verrekenen. 

Slide 9 - Slide

Twee manieren om aangifte te doen:
Kasstelsel:
Hier is de datum van de ontvangst/uitgave van het geld lijdend. 

Factuurstelsel:
Hierbij is de datum van de factuur lijdend. 

BIJ HET EXAMEN GA JE ALTIJD UIT VAN HET FACTUURSTELSEL!!!

Slide 10 - Slide

Termen bij btw aangifte
Bij de btw aangifte onderscheidden we drie belangrijke termen:
De btw die je hebt ontvangen van je klanten bij de verkoop van de artikelen:
- te betalen btw
De btw die je zelf betaald hebt aan je leveranciers:
- te vorderen btw (voorbelasting)
Het verschil tussen deze twee noemen we:
- af te dragen btw

Slide 11 - Slide

btw aangifte:
De btw aangifte gebeurt elk kwartaal. Eén maand na afloop van dit kwartaal moet het geld dan binnen zijn bij de belastingdienst. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Rekenvoorbeeld
We gaan gezamenlijk een som over het BTW-budget oplossen.

Slide 14 - Slide

Conclusies trekken:
Als je in de liquiditeitsbegroting ziet dat je op een moment in de problemen komt (dus niet liquide bent)moet je bij gaan sturen. 
- uitstellen van uitgaven
- verlagen van uitgaven
- verhogen inkomsten
- op zoek naar extra vermogen

Slide 15 - Slide

Uitstellen uitgaven:
- uitstel van betaling bij crediteuren
- meer op rekening kopen ipv contant
- inkopen verspreiden over de maand

Slide 16 - Slide

Verlagen uitgaven:
- een tijdelijke personeelsstop
- minder oproepkrachten
- minder reclame maken
- overige uitgaven verlagen

Slide 17 - Slide

Inkomsten verhogen
- debiteuren eerder laten betalen
- omzet verhogen

Slide 18 - Slide

Extra vermogen zoeken:
- Kredietlimiet verhogen bij de bank
- Privéstorting
- Een extra lening afsluiten

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
maak opgave 5.1 en opgave 5.2 uit de reader.

Slide 20 - Slide