1.2 Het practicumlokaal

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

1.2 Het practicumlokaal

Deze les

Terugblik paragraaf 1.1

Leerdoelen bespreken

Uitleg 1.2

Opdrachten maken

Vooruitblik

Terugblik

Een onderzoek bestaat uit de volgende drie stappen:

1. Voorbereiding
   
2. Uitvoering
   
3. Afsluiting
   

Terugblik 

Wat weet je nog van de vorige les?

Beantwoord de volgende vragen.

A

B

Waar gaat Natuurkunde en scheikunde over?

1. stoffen veranderen in andere stoffen
2. natuur-verschijnselen

Behoort dit verschijnsel tot natuurkunde of scheikunde?

1. Natuurkunde
2. Scheikunde

Wanneer vlees verbrandt.

1. Natuurkunde
2. Scheikunde

Een lamp gaat aan wanneer je het lichtknopje indrukt.

1. Natuurkunde
2. Scheikunde

Een spijker die roest

1. Natuurkunde
2. Scheikunde

Leerdoelen

Je leert wat de regels in het practicumlokaal zijn.

Je leert pictogrammen voor gevaarlijke stoffen.

Je leert hoe een brander werkt.

Het practicumlokaal

Veilig werken!

Elektriciteit

Gas

Veiligheid

Veiligheid

Bij practicum werk je soms met vuur. Je gebruikt gevaarlijke stoffen. Soms werk je met elektriciteit. Als er iets fout gaat, dan kan iemand gewond raken. Daarom is veiligheid erg belangrijk. Je moet altijd voorzichtig werken bij practicum. En je moet je houden aan de veiligheidsregels.

De belangrijkste staat hiernaast!!!

• Luister naar je docent en doe wat je docent zegt!

0

• 

Luister naar je docent en doe wat je docent zegt.

• Niet duwen, trekken of rennen in het lokaal.

• Niet eten of drinken in het lokaal.

• Leg geen tas of andere spullen waar mensen moeten lopen.

• Draag een veiligheidsbril als dat nodig is.

• Bind lang haar in een staart als je met vuur werkt.

• Werk altijd voorzichtig, vooral met scheikundige stoffen.

• Ruik alleen voorzichtig aan onbekende stoffen.

• Proef nooit van stoffen.

• Als er iets fout gaat, dan moet je meteen je docent waarschuwen.

De veiligheidsregels zijn:

Glaswerk

bekerglas

erlenmeyer

horlogeglas

pipet

petrischaaltje

reageerbuis

trechter

maatcilinder

Andere materialen

kroezentang

driepoot

gaasje

reageerbuisklem

spatel

spuitfles

Hoe heet het glaswerk hiernaast?

1. Maatcilinder
2. Bekerglas

Hoe heet het glaswerk hiernaast?

1. Erlenmeyer
2. Maatbeker

Hoe heet het glaswerk hiernaast?

1. Maatcilinder
2. Reageerbuisje

Hoe heet het glaswerk hiernaast?

1. Bekerglas
2. Maatbeker

Brander

Werken met een gasbrander

Onderdelen

schoorsteen

slang

gasregelschroef

luchtring

Hoe werkt een gasbrander?

Gevaarlijke stoffen 

Veiligheidspictogrammen 

Pictogrammen

Aan de slag

Maak de opdrachten bij paragraaf 1.2 vanaf blz. 20.

In stilte

Huiswerk

1.2: Vraag 20 t/m 37

Evaluatie leerdoelen

Je leert wat de regels in het practicumlokaal zijn.

Je leert gevaarlijke stoffen herkennen.

Volgende les

Practicum 1

Werken met de gasbrander