Taal, thema 4, les 15

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Ze denken dat ik een misdaad heb gepleegd.

1. Verdachte
2. Commissaris
3. Rechercheur
4. Wijkagent

Ik werk in één wijk.

1. Verdachte
2. Commissaris
3. Rechercheur
4. Wijkagent

Haarfijn

1. heel precies
2. niet precies

Het niet op iemand begrepen hebben.

1. Een hekel hebben aan iemand
2. Iemand niet begrijpen.

Kijk die prachtige .... eens blinken.

1. figuur
2. smaragd
3. opslaan
4. waarde

Deze heeft een .... van 200.000 euro.

1. figuur
2. tevergeefs
3. waarde
4. iets op onze kerfstok hebben

.... we naar buiten gaan, moeten we een verstopplek bedenken.

1. opslaan
2. tevergeefs
3. smaragd
4. alvorens

Ik weet waar we de smaragd veilig kunnen .... .

1. opslaan
2. iets op onze kerfstok hebben
3. waarde
4. figuur

O help, alles is .... geweest!

1. kan ons niks maken
2. figuur
3. waarde
4. tevergeefs

Dat ... heeft ons gezien.

1. smaragd
2. figuur
3. iets op onze kerfstok hebben
4. alvorens

Hij zal wel vragen of we ...

1. iets op onze kerfstok hebben
2. kan ons niks maken
3. alvorens
4. tevergeefs

Nou en? Hij ...

1. iets op onze kerfstok hebben
2. opslaan
3. smaragd
4. kan ons niks maken

De inventaris

1. Alle spullen die in een huis, kantoor of winkel staan
2. Alle spullen die in een huis staan
3. Alle spullen die in een kantoor staan
4. Alle spullen die in een winkel staan