Technical English lesson 3+4 unit A

Technical English lesson 3 Dates& times
Explanation ordinals. Do ex 1 
Do ex 3 (together)
Do ex 4 (together)
Do ex 9 (together)
Do listening ex 12

Homework: Tuesday 20th September: Study the words (EN-NE), expressions (NL-EN) , grammar of lesson 1+2 in LessonUp
Listening 8 ex 1
Listening 11 ex 12
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Technical English lesson 3 Dates& times
Explanation ordinals. Do ex 1 
Do ex 3 (together)
Do ex 4 (together)
Do ex 9 (together)
Do listening ex 12

Homework: Tuesday 20th September: Study the words (EN-NE), expressions (NL-EN) , grammar of lesson 1+2 in LessonUp
Listening 8 ex 1
Listening 11 ex 12

Slide 1 - Slide

 Wat zijn rangtelwoorden?

Rangtelwoorden (ordinal numbers) gebruik je om een volgorde aan te geven.


Slide 2 - Slide

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Five  -  Fifth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 

Slide 3 - Slide

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 4 - Slide

Verschil am/pm
"Am" is de tijdaanduiding voor 12 ’s nachts tot 12 uur ’s middags (ezelsbruggetje  = after midnight)

"Pm" is de tijdaanduiding voor 12 uur ’s middags tot 12 uur ’s nachts. (Ezelsbruggetje = maak van PM de afkorting ‘Passeert Middag’)

Slide 5 - Slide

Parts (1)
Do listening ex 1 
Do ex 2 
Do listening ex 3 
Do listening ex 4


Do ex 6. Look at the pictures
Do listening ex 7
Do ex 8
Do speaking ex on page 112 (Parts 1, ordering)


Listening ex 1
Listening ex 3
Listening ex 4
Listening ex 7

Slide 6 - Slide

Explanation expressions
"What's this/that called?".
 Dit gebruik je wanneer je het Engels woord niet kent.


 "What's this"? 
Dit gebruik je als je überhaupt niet weet wat het is. 


Slide 7 - Slide

Useful phrases
What's this? (enkelvoud, dichtbij) 
Wat is dit?
What is that? (enkelvoud, ver weg) 
Wat is dat?
What are these called? (meervoud, dichtbij)
Hoe noem je deze?
What are those called?
Hoe noem je die?

Slide 8 - Slide

Useful phrases
it's called a deck
Het heet een boord
It is called an axle
Het heet een as
They're called decks
Ze worden boorden genoemd.
They are called axles
Ze worden assen genoemd

Slide 9 - Slide

Words parts (onderdelen) & tools (gereedschap)
axle
as
plate
plaat
deck
boord
tail
uiteinde
helmet
helm
truck
draaistel
nose
voorkant
wheel
wiel
pad
schokdemper
bolt
bout

Slide 10 - Slide

Words parts (onderdelen) & tools (gereedschap)
hammer
hamer
screwdriver
schroevendraaier
lever
hefboom
spanner
moersleutel
nail
spijker
staple
kram
nut
moer
washer
sluitring
screw
schroef

Slide 11 - Slide