Les 9.2 - Veiligheid in het verkeer

§4.3 veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Lesplanning:

1. Uitleg veiligheidsmaatregelen 
2. Maken opgave 30, 31, 33 en (34)
3. Bespreken formatieve toets
4. Test reactiesnelheid
5. Keuze:
   - Herhaling stopafstand en remweg
   
   - verder werken aan de opgaven:
   29, 32 en (35)
6. Opdracht tekening veiligheidsmaatregelen
7. Afsluiting

§4.3 veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• de lengte van de stopafstand uitrekenen;
• de botskracht uitrekenen en uitleggen hoe je die kunt verkleinen;
• vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken.

Veiligheidsmaatregelen
in het verkeer

Botskracht

• Botskracht is de kracht die de auto afremt bij een botsing.
• Negatieve arbeid 
  

of geen kreukelzone

Kreukelzone

Kooiconstructie

Stopkracht

Stopkracht is de kracht die de passagiers tot stilstand brengt.

Waarvoor dienen de plastic dopjes onder de hakken?

Veiligheidsmaatregelen in de auto hebben als doel:

• vergroten stopafstand en op die manier de stopkracht te verkleinen;
  
  
• oppervlakte vergroten zodat de druk kleiner wordt.

Veiligheidsgordels

Airbags

Hoe beschermt een helm bij een botsing?

Helm

• Vervorming; vergroten stopafstand
• groter oppervlakte; kleinere druk 

Opgave 39a

Bij een botsproef heeft een auto aanvankelijk 116 000 J bewegingsenergie. De kreukelzone van de auto is
1,25 m. 

Bereken de gemiddelde kracht tijdens de botsing.

• Bewegingsenergie = arbeid
  
  
• W = F * s
  116 000 = F * 1,25
  
  
• F = 116 000 / 1,25
       =  92 800 N
  
  
• F = 92,8 kN

Aan de slag

In je schrift maken en nakijken

§4.3 opgave (32), 37 en 39

Vraag 4

Vraag 5

Vraag 6 ( 3 punten)

Reactie snelheidstest

https://www.justpark.com/creative/reaction-time-test/ 

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

Uitleg remweg berekenen

Herhaling van vorig jaar. 

Heb je de uitleg niet nodig, start dan al, in stilte, met de opdrachten. 

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

Remmen!!
Waarvan hangt het af of je
op tijd stil staat?

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

Reactieafstand

Remweg

Begin-snelheid

massa auto

Rem-kracht

Vermoeidheid

Alcohol-gebruik

Glad wegdek

s​reactie​​=v​begin​​⋅t

s​rem​​=​2​​1​​⋅v​begin​​⋅t​rem​​

s​stop​​=s​reactie​​+s​rem​​

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

s​reactie​​=v​begin​​⋅t

s​rem​​=​2​​1​​⋅v​begin​​⋅t​rem​​

s​stop​​=s​reactie​​+s​rem​​

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

Bereken de stopafstand met gegevens uit de grafiek.

<----- reactie ----->

<-------------- remmen ------------->

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

a) reactietijd =  ...... s

b) reactieafstand =  ...... m

c) stopafstand = ...... m

§4.3 opgave 

• 33, 36, 37 en 39
• 31, 34 en 38

1,0

4,7

24

0,7

17

65

83

Aan de slag

In je schrift maken en nakijken

§4.3 opgave 31, 34 en 38

Eerder deze les: (32), 37 en 39

Tekening/afbeelding maken

1. Kies een veiligheidsmaatregel in een voertuig.
2. Maak een afbeelding waarin je laat zien hoe het vergroten van de stopafstand en verkleinen van de druk ervoor zorgen dat de veiligheidsmaatregelen de passagier beschermen.  
3. Beredeneer hoeveel keer de stopkracht wordt verkleind door de gekozen veiligheidsmaatregel.

Tot 8 minuten voor het einde van de les.

§4.3 veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• de lengte van de stopafstand uitrekenen;
• de botskracht uitrekenen en uitleggen hoe je die kunt verkleinen;
• vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken.

Wat helpt NIET bij het verlagen van de stopkracht?

1. Helm
2. Autogordel
3. Airbag
4. Kreukelzone

Slaperig zijn heeft invloed op :

1. reactietijd
2. remweg
3. reactieafstand
4. stopafstand

Bereken de stopafstand
van de auto.

s​reactie​​=v​begin​​⋅t

s​reactie​​=17,5⋅1=17,5m

s​rem​​=​2​​1​​⋅v​begin​​⋅t

s​rem​​=​2​​1​​⋅17,5⋅3,5=30,6m

s​stp​​=30,6+17,5=48,1m

2x zo hard = 4x zo ver

s​rem​​=​2​​1​​⋅v​begin​​⋅t

Voorbeeld

Welk voorvoegsel (letter) hoort bij welk getal?

k

m

M

x 1000

: 1000

x 1 000 000

Opgave 39a

Bij een botsproef heeft een auto aanvankelijk 116 000 J bewegingsenergie. De kreukelzone van de auto is
1,25 m. 

Bereken de gemiddelde kracht tijdens de botsing.

• Bewegingsenergie = arbeid
  
  
• W = F * s
  116 000 = F * 1,25
  
  
• F = 116 000 / 1,25
       =  92 800 N
  
  
• F = 92,8 kN