304

spullen:
            Dit lesuur:

  • Lezen   
               
  • 3.1 afmaken:
    Leerdoelen check
  • Video + opdracht

  • Werken in online methode 





+ Laptop (dicht houden)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

spullen:
            Dit lesuur:

  • Lezen   
               
  • 3.1 afmaken:
    Leerdoelen check
  • Video + opdracht

  • Werken in online methode 





+ Laptop (dicht houden)

Slide 1 - Slide

Lezen
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Je kunt
noemen welke twee soorten lading er zijn.

Slide 5 - Slide

Welke twee soorten lading zijn er?

Slide 6 - Open question

Je kunt uitleggen hoe elektrische ladingen krachten op elkaar uitoefenen.

Slide 7 - Slide

Stoten elkaar af
Trekken elkaar aan.
Een + lading en een - lading
Twee + ladingen
Twee - ladingen

Slide 8 - Drag question

Je kunt uitleggen hoe elektrische ladingen krachten op elkaar uitoefenen.

Slide 9 - Slide

Je kunt uitleggen wat elektrische stroom is.

Slide 10 - Slide

Wat is elektrische stroom?
A
Bewegende plus-lading
B
Bewegende min-lading
C
Bewegende protonen
D
Bewegende atomen

Slide 11 - Quiz

Je kunt
uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt.
Je kunt uitleggen wat nodig is voor blijvende stroom.
Een spanningsbron veroorzaak stroom door ladingsverschil.

Er is stroom zolang er  landingsverschil en een gesloten stroomkring is.

Slide 12 - Slide

Filmpje
Kijkopdracht

- Wat zou er veranderen als de stroomsterkte hoger wordt?

- Wat zou er veranderen als de spanning hoger wordt?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leg uit wat er zou veranderen in het filmpje als je de stroomsterkte verhoogt.

Slide 15 - Open question

Leg uit wat er zou veranderen in het filmpje als je de spanning verhoogt.

Slide 16 - Open question

Je kunt in een stroomkring de richting van de stroom en van de elektronen aangeven.

Slide 17 - Slide

Welke uitspraak over richting klopt?
A
Elektronen gaan van + naar -. De stroom gaat van + naar -
B
Elektronen gaan van - naar + De stroom gaat van - naar +
C
Elektronen gaan van + naar - De stroom gaat van - naar +
D
Elektronen gaan van - naar + De stroom gaat van + naar -

Slide 18 - Quiz

Je kunt toepassingen van elektrische stroom noemen.

Slide 19 - Slide

Maak een start met de theorie en opdrachten van 3.2.

(Maak minsten tot 21)
  • Blijf op je plek zitten.
  • Werk samen met degene naast je.
  • Blijf zitten tot de bel gaat.
 
timer
1:00

Slide 20 - Slide